IV Op het ogenblik is hierover naar mijn mening toch nog wel iets te zeggen Een gezonde autonome groei, die in sterke mate samenhangt met de snelle ontwikkeling in de industriële en meer en meer ook in de dienstensector, verdraagt geen "kunstmatige" belemmering. Voorts bedraagt het aantal woningzoekenden uit eigen gemeente -of daarmede maatschap pelijk gebonden- meer dan 750. Het grote probleem daarbij is, dat voor de meesten van deze woningzoekenden zelfs de huurprijzen van de huidige sociale woningbouw financiëel bezwaarlijk zijn. U kunt zich voorstellen, hoe hard daarom de door deze regering getroffen maatregel tot extra beperking van het rijksprogramma voor de woningwetbouw hier is aangekomen. Wij kunnen er nu alleen maar op hopen, dat bij de uiteindelijke verdeling van het woningwetvolume zal blijken, dat aan de gemeenten met de grootste problematiek ten deze de meeste hulp en aandacht zal worden geschonken. En tenslotte is de vraag omtrent de bevolkingsgroei in een gemeente met onze voorge schiedenis niet los te zien van het totale wensenpakket, dat onze bevolking terecht als eisen op tafel mag leggen. Jarenlang immers heeft zij loyaal aan een ontwikkeling -van bovenaf gestimuleerd- medegewerkt en in vele gevallen heeft zij zich zelfs om die reden -met haar bedrijven- in Etten-Leur gevestigd, om in eigen woonplaats die voorzieningen te verkrijgen, die aan een stedelijke gemeente van onze structuur toekomen. Zolang de hogere overheid, telkenmale als Etten-Leur een voorziening vraagt, die aan de door haar gestelde normen van inwonertal voldoet, deze normen du moment verhoogt, -zonder de toezegging van extra hulp in het secundaire vlat te honoreren, die aan Etten-Leur werd gedaan bij de opschorting van de zogenaamde kernfaciliteiten- zolang zal Etten-Leur het op zich domme gegeven van bevolkingsgroei wel als een zeer belangrijke zaak moeten blijven etaleren I Inderdaad, dames en heren, denk ik hier aan onze aanvragen voor de stichting van een M.T.S., een centrum voor vorming en opleiding van de werkende jeugd, een basis-zieken huis en aan de overschakeling van rijks- op gemeentepolitie. Tegenover deze teleurstellingen staat overigens een keur van positieve ervaringen. Geen jaarverslag immers, waarin niet van steeds weer nieuwe en belangrijke voorzieningen op cultureel, maatschappelijk, bedrijfs- of recreatief gebied melding kon worden gemaakt en veelal verder strekkend dan uitsluitend het plaatselijk niveau. Ook het jaarverslag, dat ik U vandaag mag aanbieden, vermeldt een aantal niveauverho- gende voorzieningen. Het eerste "schoolhuis" voor Atheneum en Havo-top uit het in aanbouw zijnde complex van de Scholengemeenschap voor Midden West-Brabant, omvattende 50 leslokalen en 4 sportzalen ten dienste van ruim 1800 leerlingen,werd in 1973 in gebruik genomen. Dat deze op zich verheugende groei ook grote problemen met zich brengt, blijkt juist dezer dagen uit de pijnlijke noodzaak voor het schoolbestuur om de onder de huidige om standigheden tè grote toeloop naar de brugklassen op een meer reële wijze dan door loting in te perken. Wij vertrouwen, dat het alsnog mogelijk zal blijken na nader beraad in breed verband en noodzakelijke medewerking van rijkswege hiervoor spoedig betere oplossingen in het bereik te brengen, dan nu voorlopig gezocht moest worden. Het beroepsonderwijs werd in 1973 uitgebreid met een afdeling voor individueel tech nisch onderwijs. De huishoudschool verkreeg zes nieuwe leslokalen, terwijl rijkssubsidie werd verkregen voor de oprichting van een L.O.M. school (school voor kinderen met leer- en opvoedings moeilijkheden).

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1974 | | pagina 152