Gemeente Etten-Leur Jaarrede van de burgemeester van Etten-Leur, uitgesproken bij de aanbieding van het gemeentelijk jaarverslag 1973 aan de gemeenteraad. Dames en Heren, Het lijkt gevaarlijk het jaar 1974, gehuld als het is in de nevelen van dreigende bedrijfssluitingen, werktijdverkorting, investeringsmoeheid, prijsstijgingen en loonma tiging met gróót licht binnen te rijden. Het zicht op de toekomst is daardoor te beperkt en het geluid van de misthoorn, waarin de verschillende regeringen als om strijd blazen, klinkt daarvoor te onheilspellend. Kunnen wij er wel zeker van zijn, dat de doelen, die men in de reisgids van 1974 heeft aangekruist, ook inderdaad en op tijd zullen worden bereikt Dit betekent van de ene kant, dat de bevolking er begrip voor zal moeten hebben, indien het licht van haar verwachtingen tijdens de rit door 1974 bij tijd en wijle zal moeten worden gedimd. Daar staat tegenover, dat diezelfde bevolking er meer dan ooit recht op heeft, dat achter het stuur der gemeente mensen gezeten zijn, die in volledige concentratie op alle eventualiteiten en in perfecte samenwerking al hun stuurmanskunst zullen inzetten. Het moge daarbij geruststellend klinken, dat Etten-Leur het rijden onder moeilijke om standigheden heeft geleerd en sindsdien, zoals dat in het logboek van de achtereenvolgen de jaarverslagen objectief kan worden nagelezen, de bestellingen steeds redelijk op tijd heeft afgeleverd. Wat was daarvan waar in 1973 Voor wat de woningbouw betreft: Er konden in 1973 4Ó3 woningen worden betrokken 1 Samen met de woningen, die thans nog in aanbouw zijn (459) èn het aantal reeds gegun1"':: woningwet- en corporatiewoningen (211) belooft 1974 opnieuw een topjaar te worden. Dit houdt voor het inwonerbestand in, dat nog in 1974 de gemeente Etten-Leur 25.000 inwoners zal omvatten, In 1973 steeg de bevolking met 1344 zielen - de hoogste bevolkingsaanwas in de Etten-Leurse geschiedenis Het inwonertal kwam daarmede per 1 januari j.l. op 23.918. Etten-Leur is thans in grootte de zestiende gemeente van Noord-Brabant en van de Brabant se gemeenten op twee na de snelst groeiende. Om direct maar een einde te maken aan een dezer dagen opnieuw geetaleerd misverstand, wil ik er in dit verband nog eens nadrukkelijk de aandacht op vestigen, dat onze snelle groei overwegend een autonome aangelegenheid is, waarbij meer dan twee derde het ge volg is van vestigingen uit gebieden, die buiten de provincie Noord-Brabant zijn gelegen en waarbij het vestigingsoverschot vanuit de oostelijke buurgemeenten in dit totaal alles behalve indrukwekkend is. De vraag, in welk tempo en tot welke totalen en in welke schakeringen voor wat de be volkingssamenstelling betreft deze groei moet doorgaan, zal U in 1974 ter benadering -dit lijkt mij een juistere formulering dan: ter beantwoording- worden voorgelegd. Dan immers wordt U geroepen Uw wensen kenbaar te maken ter vertaling in het nieuwe struc tuurplan van de gemeente. Hiervoor heeft, zoals U bekend is, het Economisch - Technolo gisch Instituut van Noord-Brabant inmiddels in een tiental rapporten de nodige bouwstenen aangedragen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1974 | | pagina 151