- 21 -
Daar de tot dusver ter beschikking staande wettelijke bepalingen vaak
onvoldoende en onduidelijk blijken te zijn en dit eveneens geldt voor
de beschikbare mogelijkheden tot het verzekeren van het voorgestane
beleid, geeft dit terrein vaak aanleiding tot moeilijkheden en
onzekerheid, hetgeen zeer onbevredigend werktZowel landelijk als
provinciaal wordt thans echter gepoogd op dit punt verbetering en
duidelijkheid te brengen, waarna ook het gemeentebestuur hierop
zal kunnen aansluiten» In 1973 zal daartoe aan de voorbereiding van
nieuwe bestemmingsvoorschriften voor het buitengebied extra aandacht
gewijd worden»
Na uitvoering van het plan Haagse Beemden kwam het aangevraagde
ruilverkavelingsplan voor het gebied van de Laakse Vaart nog niet
aan de orde» Uit de opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek
over het gebruik van de bodem, zoals dit door de Topografische Dienst
werd opgemeten, bijgewerkt naar de toestand op 1 januari 1968, blijkt,
dat terwijl de gemeente een totale oppervlakte heeft van bijna
5900 ha», ongeveer 5075 ha» als cultuurgrond in gebruik is» De resterende
825 ha» wordt gevormd door 495 ha» woonwijken en industrieterrein,
125 ha» wegen en water en tenslotte 205 ha» bossen, woeste
grond en onland; deze laatste groep overwegend in het zuiden van
de gemeente»
Blijkens een rapport, opgesteld door het Economisch Technologisch
Instituut te Tilburg, neemt de beroepsbevolking in de landbouw rigoreus
af» De totale mannelijke beroepsbevolking per 1 januari 1970 bedroeg
5136 mannen» Hiervan waren 606 personen, ofwel 11,8 werkzaam in de
landbouw» In i960 bedroeg dit percentage nog 22,6 en in 1947 40 Deze
ontwikkeling is bepaald spectaculair, omdat het aantal mannen, dat
in de landbouw werkzaam is, sinds 1947 met meer dan de helft is
verminderd»
Deze afnemende oriëntatie op de landbouw is in Etten-Leur primair ten
goede gekomen aan de industriële sector en nu meer en meer ook in de
di enstensector
De totale vrouwelijke beroepsbevolking bedroeg per 1 januari 1970 1220
vrouwen, hiervan waren 15 personen, ofwel 1,2 in de landbouw werkzaam»
In i960 bedroeg dit aantal nog 237 of 23,3 Voor de vrouwelijke
beroepsbevolking speelt de landbouw werkgelegenheid dus vrijwel geen
enkele rol meer»
O Handel en ambacht
Door het Eti zijn in het raam van het structuurrapport in 1971 vrij
uitvoerige onderzoekingen verricht over het detailhawdelsapparaat in
Etten-Leur»
Enkele resultaten van dit in april 1971 uitgewerkte onderzoek zijn
de volgende:
In Etten-Leur waren toen 158 winkels (65 voor voedings- en genot
middelen, 93 voor duurzame en overige goederen) waarin 400 personen
werkzaam zijn (222 eigen- en 178 vreemd personeel)»
De totale bedrijfsoppervlakte, dus met inbegrip van werkplaatsen,
opslagruimten, kantoren enz» was 30»700 m2, waarvan 8400 m2
voedings- en genotmiddelen en 22»300 m2 duurzame en overige
goederen» Hiervan kan 2250 m2 als verouderd worden gekwalificeerd,
3375 m2 als redelijk (32 winkels) en 25»075 als modern (95 winkels)»