toelichting: Ook voor het belastingjaar 1973/1974 bestaat de noodzaak he ge der opcenten te bepalen, dat op de hoofdsom der personele belasting geheven zal gaan worden (belastingjaar 1972/1973: 250 opcenten; voors e belastingjaar 1973/1974: 268 opcenten) Dit laatste sluit aan bij de -verhoogde- minimumnorm, die van rijks wege bij de beoordeling van een redelijke heffing van gemeentebelas tingen gehanteerd wordt voor het komende belastingjaar. Deze verhogingen beogen mede een aanpassing aan het jaarlijks stijgende prijspeil -tariefhandhaving betekent n.l. in feite, belasting verlaging- en door jaarlijkse aanpassing kan voorts een te sterke verhoging ineens in komende jaren in het algemeen voorkomen worden. 14. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening tot het vaststellen van de 6e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van een straatbelasting in de gemeente Etten-Leur. toelichting: De oorspronkelijke verordening, die sindsdien meermalen is gewijzigd, werd vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 19 56. Voorgesteld wordt de heffingspercentages te verhogen met 3% van de belastbare opbrengst voor gebouwde eigendommen en met 2% voor de ongebouwde eigendommen. Dan worden de tarieven met ingang van 1973 vastgesteld als volgt: gebouwd aan verharde weg 27% (thans 24%) gebouwd aan onverharde weg 16% (thans 13-6 ongebouwd aan verharde weg 14% (thans 12%) ongebouwd aan verharde weg 10% (thans 8%) Het van de eigenaar te heffen tarief voor riolering blijft gehand haafd op 7%. De meer-opbrengst wordt dan 44.500,-- bij een totale opbrengst van 459.500,waarin ook de sterke groei van de gebouwde eigendommen verwerkt is. Ook hier vindt aansluiting plaats op de verhoogdeminimum normen van het rijk, zoals bij het vorige agendapunt is toegelicht. 15. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening tot het nader vaststel len van de Verordening op de heffing en invordering van Reinigings- en Rioolafvoerrechten in de gemeente Etten-Leur. De stijging van de loonkosten van de arbeidsintensieve reinigings dienst alsmede de stijging der materiaalprijzen maken het noodzake lijk de voor deze dienst geldende tarieven hierbij aan te passen. Ook de kostenstijgingen ten aanzien van afvoer en zuivering van het vloeibaar vuil (rioolwater) noodzaken het rioolafvoerrecht aanmerke lijk te verhogen, waarbij aangetekend dient te worden, dat de nu voorgestelde tarieven voor het rioolafvoerrecht-voor woningen 50,-- - nog aanzienlijk blijft beneden de door het rijk gehanteerde minimumnorm -gemiddeld f 132,per woning bij volledige zuivering-, ook als men daarbij de rioolbelasting voor eigenaren, verwerkt in de verordening straatbelasting -gemiddeld 7,-- per woning- mede in aanmerking neemt. Overigens gelden hiervoor soortgelijke overwegingen als in de toelichting bij agendanummer 13 weergegeven zijn. 16. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening tot het vaststellen van de 8e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1973 | | pagina 13