5.G
toelichting:
Overeenkomstig de richtlijnen van de minister voor plaatselijke belas
tingen voor het jaar 1974 wordt voorgesteld een beperkte tariefsver
hoging door te voeren voor de straatbelasting, t.w. voor de gebouwde
eigendommen met 2% en voor de ongebouwde eigendommen met 1%.
Ook voor deze belasting zal de nieuwe onroerend goed belasting in de
plaats treden. De voorstellen hiervoor zullen bij eerste heffing van
deze belasting in 1976 in de tweede helft van 1974 bij de raad aan de
orde gesteld moeten worden. Hierbij zal het hele plaatselijke belasting
gebied nader worden doorgelicht en vele, ook wettelijk verplichte
wijzigingen, aangebracht moeten worden teneinde in totaliteit tot een
aanvaardbaar plaatselijk belastingstelsel te kunnen komen met een
redelijke verdeling van de totale lasten.
Het ingekomen adres over de ruilverkavelingsbelasting, opgenomen onder
agendanummer 3, zal dan ook mede in dit verband bezien moeten worden.
21. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor
algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening tot het vaststellen
van een Verordening op de heffing en invordering van reinigings- en riool
afvoerrechten in de gemeente Etten-Leur, zoals deze zal gelden vanaf 1
januari 1974.
toelichting:
De eerder genoemde ministeriële richtlijnen voor het plaatselijk
belastinggebied maken het wenselijk voor 1974 de diverse tarieven
aan te passen aan de plaats gehad hebbende kostenstijgingen. Tevens
wordt voorgesteld de jaarlijkse heffing van een aantal rechten om
te zetten in een 12-maandelijkse heffing, waardoor de betalings
termijnen aanmerkelijk worden uitgebreid en een optimaal gebruik
van de automatiseringsmogelijkheden kan worden bereikt, zoals ook
bij agendanummer 18 is toegelicht.
22. I. Aanbieding van de ontwerp-begrotingen 1974 van:
a. het gemeentelijk grondbedrijf.
Het voorlopig geraamde nadelig saldo bedraagt f 22.000, (1973:
14.000,--, 1972: 18.500, Het oplopen van het nadelig saldo
ten opzichte van 1973 is in hoofdzaak het gevolg van verminderde
huuropbrengst door afbraak van oude woningen en door hogere onder
houdskosten van woningen, die niet op korte termijn behoeven te
worden afgebroken.
b. het gemeentelijk woningbedrijf.
Het voorlopig nadelig saldo wordt geraamd op ruim 15.000, (1973:
f 18.000, 1972: 22.000,
c. de dienst gemeentewerken.
Daar in principe alle kosten van de dienst gemeentewerken worden
doorberekend ontstaat slechts een klein nadelig saldo als gevolg
van afrondingen.
d. de gemeentebegroting 1974.
Het voorlopig ontwerp van deze begroting vertoont, nadat de geraamde
saldi van de onder a, b en c genoemde begrotingen ter dekking hierin
zijn verwerkt, nog geen evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven.
In de ontwerp-begroting is op de post voor onvoorziene uitgaven voor
alsnog een bedrag geraamd van bijna 440.000, Hiervan is een
bedrag van 100.000,bestemd voor af- en overschrijvingen voor
incidentele overschrijdingen in de loop van het jaar. Wegens dekking