Aangezien in onze steeds groeiende gemeente voor een redelijke
taakvervulling op het terrein van het maatschappelijk werk twee
beroepskrachten ontoereikend zijn en de minister van c.r.m. des
gevraagd heeft medegedeeld, dat subsidiëring door het rijk voor
een derde beroepskracht uitsluitend met het oog op de doorgevoer
de bezuinigingsmaatregelen en afgekondigde personeelsstop voor
alsnog niet mogelijk is, wordt voorgesteld voor de periode,
waarin deze derde kracht niet voor rijkssubsidie in aanmerking
komt, een extra subsidie te verlenen gelijk aan het rijks- en
gemeentesubsidie tesamen. Deze kosten kunnen na verloop van enkele
jaren voor 80 fo via de financiële verhoudingswet van het rijk
worden terugontvangen, De totale kosten van beide maatregelen
zijn te ramen op 22.000,
subsidiëring van de stichting Jeugd- en Jongerencontact.
toelichting;
Bij brief van 26 mei 1970, nr. JZ 14-716, van de toenmalige minis
ter van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk werd aan het
bestuur van de stichting Jeugd- en Jongerencontact voor een proef
periode van 2 jaar (1970 en 1971op titel van Openbaar Jeugdwerk
een rijkssubsidie in het vooruitzicht gesteld. De gemeente heeft
zich van mede-subsidiëring onthouden o.a, omdat de hieruit voort
vloeiende uitgaven niet subsidiabel waren in het kader van de fi
nanciële verhoudingswet, Bij brief van 25 nov. 1971, nr. JZ 20.153»
heeft de staatssecretaris desgevraagd medegedeeld, dat de subsi
diëring van het 2e proefjaar 1971 geschiedt krachtens de nieuwe
Rijkssubsidieregeling jeugd-en jongerenwerk, welke met ingang van
1-1-1971 in werking is getreden.
Een eventueel gemeentesubsidie kan via de factor,sociale zorg
voor 80 uit het gemeentefonds worden vergoed- Aangezien de ver
wachting gerechtvaardigd is dat wanneer de gemeente overgaat tot
subsidiëring, de rijkssubsidie ook zal worden gecontinueerd, wordt
voorgesteld, mits het rijk de subsidiëring continueerd, onder
bepaalde voorwaarden een subsidie te verlenen, gelijk aan het
rijkssubsidie ad 45 'fo van de subsidiabele personeelslasten en \Qffo
van de overige subsidiabele kosten. Bij de overwegingen om tot
subsidiëring over te gaan, is ernstig rekening gehouden met het
door een studiecommissie uitgebrachte rapport inzake de problema
tiek van het jeugd- en jongerenwerk in onze gemeente.
Het rapport ligt bij de stukken ter inzage
het aanpassen van het exploitatiesubsidie aan de Stichting De Nobelaer.
toelichting;
Bij raadsbesluit van 19 juni 1967 is aan deze stichting een ex
ploitatiesubsidie toegekend van 1,25 per inwoner. In verband
met de gestegen kosten, mede in verband met de gerealiseerde grote
uitbreiding van het gebouw is door het stichtingsbestuur gevraagd
dit bedrag te willen verhogen. Voorgesteld wordt, dit bedrag met
1,25 per inwoner te verhogen in de bedoeling met het toekennen
van een vast bedrag de eigen activiteiten van het Nobelaerbestuur
te blijven stimuleren, reden waarom dit bedrag wederom voor mins
tens 5 jaar geldend moet zijn. Tevens wordt voorgesteld de subsidie
in de exploitatiekosten voor het programma van de culturele activi
teiten voor het seizoen 1971/l972 vast te stellen op 30.000,
met de bepaling dat voor het seizoen 1972/1973 ook niet meer ver
strekt wordt dan 30.000,