De heer Vermeulen vraagt of het niet mogelijk was geweest om in de
agenda de namen van de candidaten op te nemen.
De voorzitter deelt hierop mede, dat er zijns inziens geen bezwaren
aan de huidige procedure kleven, omdat de namen in de betreffende
commissies genoemd zijn. Gezien de tijd die er is gelegen tussen de
verzending van de raadsagenda en de -vergadering worden mede om
gevoelsmatige redenen geen namen in de agenda opgenomen.
4. Ten aanzien van de notulen van de vergadering van 15 mei 1972 zegt
de heer van Vleuten dat zijn opmerking met betrekking tot de wind-
kering voor boomgaarden door middel van laag schaarhout waarschijnlijk
verkeerd is overgekomen, omdat hij bedoeld heeft dat de opbrengsten
van boomgaarden, die zijn omringd door laag schaarhout, hoger zijn.
De heer van Kuijck vraagt aandacht te willen schenken aan de verwij
dering van het onkruid nabij het winkelcentrum.
De voorzitter zegt, dat zal worden gerappelleerd om het gesprek dat
hierover zou plaats vinden spoedig te laten doorgaan.
Ook vraagt de heer van Kuijck de mogelijkheid te willen bezien om
ter hoogte van Peeters in de Bisschopsmolenstraat een parkeergelegen
heid of een gravelverharding aan te laten brengen.
De voorzitter zegt toe dit te zullen laten nagaan.
De heer Vermeulen vraagt of het parkplan zoals dat in de vorige verga
dering is besproken in de pers gepubliceerd mag worden.
De voorzitter zegt hiertegen geen bezwaar te hebben, mits uit de
publiciteit blijkt, dat het nog maar een schetsmatig plan is dat nog
in vele opzichten gewijzigd kan worden.
Volgens mevrouw Jacobs heeft het plan reeds ter inzage gelegen, zodat
de pers ook hier kennis van heeft kunnen nemen.
Zonder verdere op- of aanmerkingen worden de notulen hierna zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
5. De heer Vermeulen vraagt of er enige inspraak bestaat van de huurders
in het bestuur van de Woningvereniging.
De inbreng die er thans bestaat door middel van de aandeelhouders is
volgens de voorzitter te verwaarlozen. Ook de huurders hebben geen
inspraak.
Met de Nationale Woningraad zijn volgens de voorzitter contacten
gelegd om de statuten te herzien, mede om de mogelijkheden na te gaan
van enigerlei inspraak of medebestuur van de zijde van de huurders.
Zodra een en ander meer concrete vormen heeft aangenomen, zal de raad
hiervan in kennis worden gesteld.
Daar niemand over de ingekomen stukken nog het woord verlangt, worden
deze voor kennisgeving aangenomen.
6. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen van
burgemeester en wethouders met gunstig advies van de commissie voor
georganiseerd overleg in ambtenarenzaken besloten tot:
a. het vaststellen van een herziene verordening voor de organisatie
en het beheer van de gemeentelijke brandweer;
b. het vaststellen van de rechtsposititieregeling vrijwilligers bij
de gemeentelijke brandweer;
c. het vaststellen van de vergoedingsregeling vrijwilligers bij de
gemeentelijke brandweer, ingaande 1 januari 1972 en het vaststellen
van de 1e wijziging hierop, ingaande 1 april 1972.