Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Etten
Leur, welke werd gehouden op maandag, 15 mei 1972 des avonds om half
acht in het raadhuis.
Aanwezig: A.J.A. Oderkerk, voorzitter
L.J.M. de Bruijn, wethouder
A.A.W. Luijkx, wethouder
A.P. Snijders, secretaris
Alle raadsleden met uitzondering van mevrouw Jacobs en de heer
van Ginneken,terwijl er een vacature bestaat voor de raadszetel
van de heer Verheijen.
M.J. van kijckevorsel, notulist.
1 De voorzitter opent de vergadering met gebed en verwelkomt de leden
waarbij hij mededeelt, dat bericht van verhindering is ingekomen van
mevrouw Jacobs, terwijl de heer van Ginneken nog steeds wegens ziekte
verhinderd is de vergadering bij te wonen. Overigens kan spreker mede
delen dat de heer van Ginneken herstellende is en over enkele dagen
het ziekenhuis wederom zal kunnen verlaten.
Als voorstemmer wordt aangewezen nr. 3 van de presentielijst, de heer
Vermeulen.
2 Met betrekking tot de notulen van de vergadering van 10 april 1972 deelt
de voorzitter mede, dat de redactie enige wijziging behoeft en wel in
dien zin dat bij agendapunt 10 de aldaar voorkomende zinsnede, dat de
gemeente 'bi j de onderhandelingen over de grondverkoop met N.V. Borsumi j
Wehry niet misleidend, maar achteraf onjuist, de_ optimistische voorstel
ling van zaken heeft gegeven, gewijzigd dient te worden in te optimis
tische voorstelling van zaken.
Zonder verdere op- of aanmerkingen worden de notulen onder dank voor de
samenstelling vastgesteld.
3 De voorzitter stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en xrethou-
ders tot onderzoek van de geloofsbrief van de heer W.C.J.M. Wiggerman,
die door de voorzitter van het Centraal Stembureau bij besluit van 12
april 19 72 is benoemd tot lid van de raad ter vervulling van de open
gevallen plaats van Jhr. A.J.F.X. Verheijen.
Hij deelt daarbij mede, dat de heer Wiggerman heeft medegedeeld de be
noeming aan te nemen, waarbij hij de geloofsbrief heeft ingediend.
Deze geloofsbrief dient thans onderzocht te worden door een commissie
van drie leden, waarvoor de voorzitter aanwijst mevrouw van Bezooijen en
de heren P. van Staaij en J. van Kuijck.
Hij verzoekt de secretaris de commissie bij het onderzoek te assisteren,
waarvoor de commissie zich zal terugtrekken in de trouwzaal.
De voorzitter schorst hiervoor de vergadering.
Na heropening van de vergadering deelt de heer van Kuijck als rappoteur
van de commissie mede, dat de geloofsbrief is onderzocht en in orde is
bevonden en dat er geen beletselen bestaan, die het bekleden van het
raadslidmaatschap in de weg staan.
De voorzitter dankt hierop de leden van de onderzoek commissie,waarna
de raad besluit tot toelating van de heer Wiggerman als raadslid.
De voorzitter deel nog mede, dat indien tegen dit besluit geen bezwaren
bij gedeputeerde staten worden ingebracht, de heer Wiggerman in de
eerstvolgende vergadering kan worden beëdigd en zitting kan nemen als
raadslid.