h - 5^fT94 fl9f 3 f fit 9 3 PC' 3 |j f t ,:-f aibnfi f r -< 099 aUlflTT $10700 ifiVMW 9b 799^ B\ 79VO 19W ?ft££!T O iB9mn9r> un 79 si 099 0900 Ml&flfc 3' 0<?7 BV"T 817 r 901 9 shn^Ueifcr-o Tabvol V7 liv 701 r-9 3ab (fell - 36 - gelijkbaar is met dit moment -nu de gemeente in aantal tot 22.000 zielen is gegroeid en een "inbreng" heeft, die daar ver boven uitgaat nog- worden we ertoe gemanipuleerd om mee te helpen en naar achteraf blijkt om ons langs dit omwegje uit de contactraad te laten uitrangeren. Dit is onjuist en incorrect. Mevr.van Bezooijen vraagt of deze en dergelijke moeilijkheden niet voorkomen kunnen worden door wat meer klare taal te gebruiken en wat minder omzichtig tewerk te gaan. Dit zou bij de buitenwereld en de pers in elk geval misverstanden kunnen uitsluiten. De voorzitter zegt het hiermede wel eens te zijn. Toch zegt spreker, dat het college tot het laatst wil voorkomen van wantrouwen blijk te geven. Hij merkt op, dat met deze restrictie de nota van 3 maart in duidelijke taal gesteld is. Dit kan iedereen begrijpen en spreker hoopt, dat de regioraad dat ook zal doen. Waardig, zoals we hun behandelen, corn volgens onze verdiensten en onze inbreng en gericht op het effect, dat we samen beoopd hebben. Als men daar een misleidend effect beoogt, en detour- nement de pouvoir nastreeft, willen wij dat graag gemotiveerd horen. Dan horen wij in dat gezelschap naar de mening van het college ook echt niet thUDe'heer Klep hoopt - hoezeer ook hij aan de eerlijke bedoelingen be gint te twijfelen - dat de duidelijkheid van het standpunt van Etten-Leur in de vergadering van 1 februari wellicht niet helemaal goed is overge komen Dat zal dan spoedig blijken. Hij wil aan een pragmatische aanpak, wanneer dit echt beoogd wordt, graag door rechtstreekse eigen deelname van Etten-Leur meewerken. Wethouder de Bruijn geeft tenslotte ook nog eens als zijn persoonlijke mening te kennen, dat de bewuste vergadering zij'ns inziens in vriend schappelijke sfeer was verlopen en dat hij na afloop er niet aan getwij feld had of de deelname van Etten-Leur aan het beoogde West-Brabants contact was rechtstreeks bedoeld. Juist daarom had hij het idee, dat de overeenkomst en opheldering in deze aangelegenheid eindelijk bereikt was. Dat er eindelijk rust was gekomen en het gemeentebestuur thans weer meer aandacht aan andere dingen zou kunnen gaan besteden. De uitkomst had ook hem zeer teleurgesteld, maar hij hoopt, dat een en ander alsnog correct zal worden nagekomen. 12. Met toestemming van de raad vraagt de heer van Kuijck of het college reeds een beslissing genomen heeft over het plan "Grauwe Polder Hij heeft het enthousiaste rapport van de heer van Staaij gelezen, maar ook het minder gunstige berichtje uit het bouwvakblad over dezelfde bebouwing in de gemeente Emmen. Spreker weet niet wat hij ervan denken moet. De voorzitter zegt, dat het bij zaken als deze een kwestie van waar dering is Bepaalde mensen houden van het geroezemoes langs hun deur, - er zijn zelfs mensen, die graag langs een grote rijksweg zitten omdat zij deze bedrijvigheid aantrekkelijk vinden-, andere mensen streven weer een heel andere wooncultuur na, n.l. het rustig wonen. Voor het onderhavij plan moest er dus een keuze gedaan worden. Gelet op de vele plannen, die geheel traditioneel van opzet zijn, meende het college met het plan Grauwe Polder aan deze nieuwe opzet een kans te moeten geven. Dat is niet onbezonnen, maar vergelijkenderwijs gebeurd. De heer van Staaij is in Emmen een dergelijk gerealiseerd plan persoonlijk gaan bekijken en heeft daarvan een zeer positieve indruk gekregen, zoals uit zijn schriftelijke rapportering blijkt. De heer van Staaij merkt op, dat het helemaal niet moeilijk is om bij de 3000 gezinnen, die in het betreffende plan in Emmen wonen, er ook enkele negatieve reacties uit te halen. Bij zijn onderzoek, met architect Baas zijn willekeurig oude en jonge mensen geënqueteerd, zowel op straat als in de woningen. Er is echt geprobeerd om er ook het negatieve uit te halen maar dat is er bij deze mensen echt niet uitgekomen. Wel zullen de toekomstige bewoners van het plan Grauwe Polder uitdrukkelijk moeten worden geattendeerd op het feit, dat men bij de woning geen duivenhok, e ao« •r.y <v a 1.1^30 r p f TOV IPf./" T(JO\ *TOO\ f «3M 3 rfiV 09OT

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1972 | | pagina 223