- 33 - Op verzoek van de voorzitter geeft wethouder de Bruijn een toelichting op het voorstel tot het beschikbaarstellen van een crediet voor voorzieningen voor de be re genings inst allatie in verband met de uitbreiding van het sportpark. De voorzitter merkt vooraf op, dat dit besluit verband houdt met de be perkte financieringsmiddelen en slechts een tijdelijke oplossing biedt. De heer Klep merkt op, dat volgens de ervaringen van de drie voetbalvereni gingen er geen sfeer heerst op het hoofdveld. Zij zouden hun wedstrijden graag op een goed bijveld spelen. In dit verband vraagt hij ook om wat meer vooraf gaand contact met de besturen van deze verenigingen. Hij vraagt zich zelfs af of onze gemeente wel rijp was voor een dergelijk sportveldencomplex. De voorzitter merkt op, dat hij vaak vernomen heeft, dat bijv. vele bezoe kende clubs jaloers op onze voorzieningen zijn. Een dergelijke voorziening, zo als hier gerealiseerd zou men nooit tot een dergelijke omvang en perfectie hebben kunnen verkrijgen indien deze verspreid over de gemeente tot stand hadde moeten komen. De raad heeft indertijd bewust gekozen voor een zo volledig mogelijke equi page van de sportvoorzieningen met mogelijkheden van uitbreiding en efficient rendabel beheer. Dit hebben we nu verkregen. Het is nu inderdaad mogelijk, dat daaronder een paar gezelligheidsfactoren lijden. Wethouder de Bruijn meent, dat over het geheel genomen de intimiteit en de_ sfeer op deze sportvelden toch wel meevallen. Hij wijst erop, dat vele excursie uit andere gemeenten en zelfs uit Antwerpen, naar onze sportvelden plaats vinde B, vnl lof over wat hier gerealiseerd is. Het is mogelijk, dat op het^oofdvoetbalveld de sfeer iets heeft geleden onder de grotere afstan tussen de hoofdtribune en het eigenlijke veld, doordat ter plaatse ook de sintelbaan is aangelegd. Het bleek indertijd met mogelijk om een hoofdvoetbal veld en een atletiekaccommodatie afzonderlijk aan te leggen en deze zaak is indertijd wel terdege besproken. Spreker wijst verder op de accommodatiever- betering van de was- en kleedgelegenheden, die de drie voetbalverenigingen toch ook hebben gekregen. Er heerst zeker wel sfeer op het sportpark, ook al omdat m er, behalve voetbal, nog veel meer sporten kan beoefenen. Ook voor het publiek is dit aantrekkelijk. Tenslotte hebben we bij de aanleg van het 2e oefenveld is dit a J opgevolgd, door hiervan een grasveld en niet STEiE-S^TSSTTZTzoTa—lijk onze bedoeling was. De heer Klep merkt op, dat de entreegelden voor de voetbalwedstrijden enorm zijn teruggelopen. Uit enquêtes blijkt dat dit te wijten is aan het ontbreken van de inUeme'sfeer. De drie plaatselijke voetbalverenigingen zouden een bij veld voor hun wedstrijden prefereren boven het huidige hoofdveld. Wethouder de Bruijn vraagt zich af of met neer de stand in de competitie wedstrijd van invloed is op het bezoekersaantal. In het begin van dit seizoen was het bezoek immers veel groter. De voorzitter wijst erop, dat er momenteel ook een bepaalde concurrentie is tussen de diverse sporten. Vroeger was er enkel maar voetbal Bovendien valt er niet te concurreren met de grote prof-clubs, waarvan de wedstrijden tegenwoor dig ook door de televisie worden uitgezonden. De heer van Kuijck is ook van oordeel, dat juist de prestaties van de club de sfeer moeten brengen. De beginwedstrijden van het voetbalseizoen werden bezocht door een 1500 voetballiefhebbers en toen was er beslist wel sfeer. Toen leefden de mensen wel mee met de wedstrijd. Een gemis voor de vereniging en dat geldt dan voor alle drie, is wellicht een eigen clubtent. In het restaurant voelen de jongens zich minder thuis vooral omdat deze gelegenheid na de wedstri dikwijls door anderen bezet is. Men kan dan na de wedstrijd niet meer gezellig, onder elkaar, nakaarten enz. J De voorzitter zegt persoonlijk niet uit te sluiten, dat m de toekomst bij uitbreiding nog eens een dergelijke accommodatie wordt verwezenlijkt. De heer van Staaij zegt het volkomen met burgemeester en wethouders eens te zijn. Hij heeft gedurende de laatste 28 jaar de ontwikkeling van de sport in

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1972 | | pagina 220