yfï vj 39f-r ar hrr i-isv -sfansaXov - 31 - De voorzitter merkt op, dat het college aanvankelijk ook ter plaatse voor individuele bouw had geopteerd, maar dit bleek tenslotte niet haalbaar. In middels moesten de huidige bewoners wachten op de aankleding van dit plan, hetgeen voor de leefbaarheid ervan ook zijn bezwaren had. Spreker verwacht overigens, dat door de beplanting het toch een aantrekkelijk plan zal worden. Tenslotte: het zijn verkoopwoningen en het college moet dus rekening houden met de mogelijkheden die de ondernemer biedt. Nog deelt de voorzitter mede, dat er voor hetzelfde plan nog andere bouwondernemers komen die 2 a 3 woning typen daar willen realiseren, zodat er toch ook verscheidenheid in de bouw zal worden verkregen. De plannen voldoen overigens aan de bebouwmgsvoorschnl ten en er is daarop de goedkeuring van welstandstoezicht verkregen, zodat de gemeente bij haar beslissing correct gehandeld tieeft- Desgevraagd deelt wethouder de Bruijn nog mede, dat deze woningen ongeveer 130 000 zullen moeten kosten. Hij dacht overigens, dat de inhoud en in deling wel mee zouden vallen. Zij zijn modernvan opzet. De heer van Hassel informeert naar aanleiding van de huurharmomsatievoor- schriften of de totale huur, waarop de woning wordt gewaardeerd voor de komendï jaren, meteen aan de huurders bekend gemaakt kan worden. Wethouder de Bruijn antwoordt, op verzoek van de voorzitter, dat daarmee gewacht wordt op de beslissing van de minister op de door het gemeentebestuur gedane voorstellen terzake. De heer van Hassel merkt op, dat bijvoorbeeld de gemeente Breda dit wel direct doet, waarop de voorzitter belooftsom daar dan de betreffende stukken op te vragen,om te controleren of de redactiekeus gelukkiger is dan de onze. De heer A^rts zegt er bezwaar tegen te hebben dat de huurverhoging voor de woningen van het bouwjaar 1947 gelijk is aan die van het bouwjaar 1965 Eerstgenoemde woningengroep is qua indeling en kwalitatief minder en vergt bovendien momenteel meer onderhoud. Verder vraaet de heer Aerts naar aanleiding van een opmerking, blijkende uil het verslag van de vaste commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders voor openbare werken, gemeentebedrijven en verkeer over de opper vlaktemeting van een perceel bouwgrond, of het wel juist is, dat de gemeente betrokken wordt bij een dergelijk geschil. De gemeente heeft de grond aan de bouwondernemer verkocht en heeft zijns inziens dan niets meer te maken met de doorverkoop door de bouwondernemer van de grond met woning aan derden. De heer van Staaij zegt, dat als de gemeente 275 m grond verkoopt aan de bouwondernemer en deze verkoopt het door voor 205 m, hij dit geen bonafide zaak acht en meent, dat de gemeente hier toch wel bij betrokken is. De voorzitter zegt, dat de gemeente hier inderdaad in juridische zin geen partij is. Het college zal nochtans de ondernemer met wie de gemeente meer zaken doet, op deze opmerking vanuit de raad attenderen. De heer van Kuijck zegt, dat het hem uit de controlerapporten is opgevallen, dat er nogal wat achterstallige posten zijn en vraagt extra aandacht voor een zo spoedig mogelijke inning. De voorzitter zegt te vermoeden, dat deze vorderingen m het sociale vlak liggen. Hij zal een en ander doen nagaan. Naar aanleiding van een desbetreffende vraag van de heer Vermeulen zegt de voorzitter te verwachten dat, naar aanleiding van de ontvangen brief over de openbaarheid van de commissievergaderingen, het college m een volgende ver gadering na behandeling ervan in de desbetreffende commissie een nota hierover zal kunnen uitbrengen. De betreffende stukken worden vervolgens voor kennisgeving aangenomen. 4. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en advies van de commissie voor financieel beheer wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot vaststelling van het algemeen kasgeldlening- en rekening-courantbesluit voor het 2e kwartaal 1972. 5. Hiema stelt de voorzitter aan de orde het voorstel tot aanpssing van de eerder beschikbaar gestelde credieten voor de aanleg van het raadhuisplein en de re- 3 r I

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1972 | | pagina 218