-62- leeftijdsgroep in 1909 in 1930 in 1951+ in i960 in 1970 van 0-1+ jaar 13,21* 12,29$ 11,77$ 1132$ 10,08$ van 5 - 11+ jaar 22 ,1+9* 23,55$ 21,73$ 22,59$ 21,67$ van 15-19 jaar 9,19 18,17$ 9,78$ 9,1+3$ 9,1+1+$ van 20 - 61+ jaar 1+6,71 1+7,56$ 1+8,93$ 1+9,1+9$ 51,65$ 65 jaar en ouder 8,1+0* 6,1+3$ 7,99$ 7,17$ 7,16$ Geboorte- en migratie-overschot in o/oo van de bevolking per jaar. geboorte overschot migratie overschot totale aanwas over 191+6 t/m 1950 over 1951 t/m 1955 16,7 6,5 23,2 over 1956 t/m 196ö 11+ ,0 11,3 25,3 over 1961 t/m 1965 17,8 19,9 37,7 over 1966 t/m 1970 12,9 19,7 32,6 over 1966 15,3 26,6 1+1,9 over 1967 10,9 13,3 over 1968 13,3 27,7 1+1,0 over 1969 12,6 19,8 32,1+ over 1970 12,3 22,3 3b,6 over 1971 12,2 31+ ,2 1+6,1+ Op 28 februari 1971 werd wederom een tienjaarlijkse volkstelling gehouden, waaruit in het jaarverslag 1972 gegevens over de jongste ontwikkeling van Etten-Leur vermeld zullen worden Bevolkingsprognose In het stedebouwkundig survey 1962 voor de ontwikkeling tot I98O (zie hoofdstuk II onder A) werd voor de minimum-prognose xütgegaan van een gemiddelde bevolkingsgroei van 27 0/00 per jaar, hetgeen zou leiden tot een inwoneraantal eind 1980 van 2$500 Verwacht mag echter wordendat de werkelijke ontwikkeling hier zeker nog bovenuit zal gaan. In genoemd survey werd als maximale prognose eind 19Ö0 aangenomen 31500 inwoners; een gemiddelde ontwikkeling zou dus eind 1980 leiden tot ongeveer 28.500 inwoners, te bereiken bij een gemiddelde bevol kingsaanwas per jaar van ongeveer 800 na 1970. Hiertoe kan het geboorte-overschot bij normale vestigingsoverschotten vrij zeker 250 tot 300 per jaar bijdragen; het gemiddelde vestigingsoverschot zal voor de komende 10 jaar dan ongeveer 1+25 tot 625 moeten bedragen, hetgeen aansluit op de huidige ontwikkeling» De gemiddelde bevolkingsaanwas, welke in het rapport 1962 minimaal nog geraamd was op 27 0/00 per jaar, bedroeg in feite over de jaren 1961 t/m 1970 reeds 35,15 0/00 per jaar, ongeveer een derde meer dus. -62 a- In het structuurrapport van het E.T.I.N., dat in 1972 uitgebracht wordt, zal deze prognose opnieuw herzien worden. Onder de bijlagen bij dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens opgenomen: Bijlage VIII A: Een gespecificeerd overzicht van de bevolkingstoename tot en met 1971j Bijlage VIII B: Een andere ontleding van vestigingen en vertrek van en naar elders over 1951 t/m 1971 naar gemeentegroepen Bijlage VIII C: Een vergelijkend overzicht van de bevolking van Etten-Leur naar de toestand per 1 januari 1972, 1 januari 1971 en 1 januari 1955, zoals kan blijken uit de registratie bij de gemeentelijke bevolkingsadministratie, gesplitst naar religie en voor de r.k. parochiegemeenschappen voor de periode van 1955 t/m 1970. 17,3 0/00 - 1+,6 0/00 12,7 0/00 4* 2,1+

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1972 | | pagina 166