- 16 - Hoofdstuk III. A. Beroepsbevolking - B. Land- en tuinbouw - C. Handel en Ambacht - D. Industriële werkgelegenheid. A. Beroepsbevolking, Per 1^juli 1968 is uit het gemeentelijk bevolkingsregister, na beroepen- controle op bais van eigen opgave, een uitvoerig gespecificeerd overzicht van de broepsbevolking samengesteld. De in deze overzichten vermelde categorieën steramen niet geheel overeen met de door het C.B.S. uit de volkstellingen 19^T en i960 gepubliceerde gegevens. Daarnaast zijn ook nog vermeld soortgelijke cijfers over 1968, afkomstig van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur, maar deze hebben in tegenstelling tot de hierboven genoemde overzichten uitsluitend betrekking op de manne lijke^ beroepsbevolking Etten-Leur. Zie hiervoor de bijlage III A. Hieruit blijkt o.m., dat in 19^-7 van de bevolking (16 jaar en ouder) tot de beroepsbevolking behoorde en in 1968 32% (meer studerenden). Het percentage van de totale beroepsbevolking, werkzaam in de land- en tuinbouw, bedroeg in I9J+7 b0%in i960 21% en in 1968 +11$. Het percentage van de totale beroepsbevolking, werkzaam in de nijverheid (industrie, ambachten en bouwnijverheid) steeg van 19I+7 tot 1968 van 31 naar bj%_. De dienstensector (overige beroepen inbegrepen) nam van 19^7 tot 1968 voor de totale beroepsbevolking toe van 31$ naar b2% In bijlage III A zijn ook nog enkele overzichten gegeven over de mannelijke beroepsbevolking en de bezette arbeidsplaatsen in 1970 en 1971 in het ge hele rayon van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur, omvattende de gemeenten Etten-Leur, Hoeven, Rucphen, Rijsbergen en Zundert met 60.000 inwoners. Deze cijfers geven de gemiddelden aan over de genoemde jaren. Voorts is op deze bijlage opgenomen een gespecificeerd overzicht van bezet te arbeidsplaatsen per december 1971 in de dienstensector door personen, woonachtig in het rayon van het arbeidsbureau Etten-Leur (5 gemeenten) Dit omvat in totaal 6.235 personen, waarvan J+.090 mannen en 2.11*5 vrouwen. Overeenkomstige opgaven, uitsluitend voor de bevolking uit Etten-Leur, kunnen in een volgend jaarverslag verwacht worden uit de in februari 1971 gehouden volkstelling. Woon- en werkforensen Volgens de volkstelling i960 waren er toen in onze gemeente in totaal 1*050 woonforensen (wonen in Etten-Leur, werken elders); hierbij wafen betrokken 170 vrouwen en 880 mannen. Hiervan werkte ongeveer een derde op vrij grote afstand van de woonplaats (meer dan 25 km) Uit de gegevens, verkregen bij bevolkingscontrole 1969, is gebleken, dat eind 1968 er in Etten-Leur in totaal 1.580 woonforensen waren, waarvan 200 vrouwen en 1.380 mannen. Naar plaats of landsdeel kan hiervan de volgende specificatie gegeven worden, waarbij het in het voorafgaand aantal begrepen vrouwen tussen haakjes vermeld worden. In nabij gelegen gemeenten (van Roosendaal tot Oosterhout): 975 (175), in overig West-Brabant: 27 (6), in overig Noord-Brabant110 (8),' in de randstad b-9 (8), overig Nederland 119 (3), België 10 (-). Uit bijlage III H blijkt, dat het aantal werkforensen in Etten-Leur, die wonen m de omliggende gemeenten met inbegrip van Breda en Roosendaal alleen reeds voor de industriesector bijna tweemaal zo groot is als het aantal woonforensen uit deze gemeente, die werken in die gemeenten.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1972 | | pagina 136