- 12 -
-bijzondere omstandigheden voorbehouden- in 1972 gereed zal komen vermoede
lijk op ruim 500 gesteld worden. Zoals op blad 1 is toegelicht, zou het
aantal van ^50 woningen elk jaar gebouwd moeten worden om de groeiende
bevolking in de komende jaren te kunnen huisvesten.
Bijlage II E geeft een grafisch overzicht van de in aanbouw genomen woningen
over de jaren i960 t/m 1971.
Bijlage II F geeft een grafisch overzicht van het aantal, gereedgekomen
woningen in de jaren 1961 t/m 1971.
Bijlage II G wordt een samenvattend overzicht gegeven van in 1971 gereed
gekomen woningen en de op 1 januari 1972 in aanbouw zijnde en voorbereide
woningen, maar dan gesplitst per wijk en per categorie(huur-koop~eigen bouw)
Bijlage II H biedt een samenvattend overzicht van de woningbouw over 19^5
t/m 1971 in perioden, waaruit blijkt, dat in de laatste 5 jaren gemiddeld
per jaar bijna 300 woningen gereed kwamen, tegenover gemiddeld 170 per jaar
in de voorafgaande tienjarige periode.
Op dezelfde bijlage is ook nog opgenomen een overzicht van de wijzigingen
in de woningvoorraad over 19^5 t/m 1971 in perioden.
In 1971 werden 29 woningen gesloopt, terwijl bij de volkstelling in april
bleek, dat aan 21 panden, die administratief nog als woning werden aangemerkt»
de bestemming van woning hadden verloren. De voormalig woningen waren ver
bouwd tot winkel, kantoor, bar of bedrijfsruimte.
De woningvoorraad steeg vanaf 19^5 tot 1972 van+2100 tot 5277 woningen! In
de laatste 5 jaren werden gemiddeld per jaar 1+3 woningen afgebroken of aan
de woningvoorraad onttrokken tegenover gemiddeld 22 per jaar in de vooraf
gaande tienjarige periode.
Aan het rapport betreffende de woningvoorraad en woningbehoefte van het
E.T.I. van september 1971 ontlenen wij nog de volgende gegevens:
1in de periode van 19^7 t/m 1971 is het woningbestand meer dan 2§ maal
vergroot, waarvan 73$ na i960 tot stand kwam;
2. in 19^7 vormde het aantal boerderijen en tuinderswoningen nog ongeveer
30$ van het woningbestand. In 1970 is het percentage -hoewel het aantal
niet noemswaardig terugliep- verminderd tot 9$.
3. Het aantal gewone woningen, dus geen boerderijen of bedri j fswoningennam
toe van 1000 tot UOOOdus een verviervoudiging. Van dit aantal werd
2/3 deel na 1960 gebouwd.
1+. In de periode 195^ - 1968 kwam de nieuwbouw voornamelijk tot stand in de
sector woningwetbouw 53$). Verder 32$ in de premiebouw en 15$ vrije
sector.
Na 1968 komt hierin een opvallende ommekeer tengevolge van de belangstel
ling van de beleggingsmaatschappijen. In de afgelopen 3 jaar werd 20$
in de woningwetsector gerealiseerd, 68$ in de premiesector en 12$ in de
vrije sector.
5. De omvangrijke nieuwbouw in de na-oorlogse periode heeft tot gevolg, dat
vrijwel 3/1+ deel van het totale woningbestand niet ouder is dan 25 jaar,
terwijl de helft niet ouder is dan 10 jaar.
6. De gemiddelde grootte van de gezinnen met kinderen was in 19^+7: 5,53.
In i960 was dit afgenomen tot 5 en in 1970 was dit aantal gedaald tot
U,51.
- 13 -
Woningen in exploitatie bij gemeente en bij Woningvereniging Etten-Leur.
I. Gemeentewoningen
- woningwetwoningen
Het aantal woningwetwoningen bij het gemeentelijk woningbedrijf in exploi
tatie bedroeg op 1 januari 1972 na het gereedkomen van 35 woningen in
1970-19711.303.
In 1971 werden 11 woningwetwoningen aan bewoners verkocht: in 1970:
eveneens 11. In de jaren 1950 t/m 1970 werden in totaal 103 woningen
verkochtsinds 1968 alleen aan bewoners met een belastbaar inkomen van
maximaal 15.000,-
Er is thans een 5-jarige bewoningsverplichting.
In 1971 werden 11+ nieuwe aanvragen in behandeling genomen.
Voor 1972 wordt een nota voorbereid, waarin nadere voorstellen gedaan
zullen worden voor het toekomstig gemeentelijk verkoopbeleid in het
woningbezit, dit teneinde voldoende goedkopere huurwoningen voor verhuur
te behouden. Ook zal bezien worden welke woningcomplexen in aanmerking
gebracht zullen worden voor het geleidelijk aanbrengen van centrale
verwarming.
Door de invoering van de Wet Bezitsvormingsfonds per 1 juli 1971werd
de animo voor het kopen van een eigen woning groter. Deze wet opende
namelijk de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden uit de middelen
van het fonds een renteloze lening ten bedrage van 2.1+00,te ver
krijgen ten behoeve van het verwerven van een eigen woning. In onze
gemeente werden in 1971 reeds 11+1 aanvragen ingediend, waarvan er inmid
dels 72 zijn toegekend. Dit betreft overwegend aankoop van woningen van
bouwondernemers of eigen bouw.
Door de veelheid van aanvragen zou het fonds naar verwachting in de
eerste maanden van 1972 zijn uitgeput. De regering heeft in verband hiermede
de regeling per 3 december j.l. stopgezet.
In 1971 werd in het algemeen voor woningwetwoningen een 7$ huurverhoging
toegepast. Per 1 april 1972 zal wederom een huurverhoging worden doorge
voerd.
Gelijktijdig met deze huurverhoging zal de door de minister aan de orde
gestelde huurharmonisatle worden gerealiseerd.
De huurharmonisatie komt neer op een aanpassing van de huurprijs aan
de woonwaarde van de woning. De huuradviescommissie dient adviezen uit
te brengen over de huurprijzen, waarin zij expliciet dient te letten
op de onderhoudstoestand.
De uit de huurharmonisatie voortvloeiende baten strekken tot afbraak
van de rijks- en gemeentelijke bijdrage en hierna ten gunste van de
reservesGedacht wordt aan een extra storting in het relatief zwakke
onderhoudsfonds
Individuele huursubsidie.
Het instituut van aanvullende huursubsidie is door de minister ingevoerd
om de huurders met een inkomen beneden 17-000,per jaar, die meer
dan een zesde of een zevende van hun inkomen aan huur voor een gesubsi
dieerde woning betalen, eventueel wat extra steun te geven.
Na invoering van de huurharmonisatie zal de regeling voor de aanvullende
huursubsidie worden uitgebreid.
In 1971 werden 1+1+ aanvragen ingediend voor huursubsidiewaarvan 22
werden toegewezen.