OlW. S-V-OJ Tit~4«-~MAA-A*^«W CpnUMJ*
Gemeente Etten-Leur
Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Etten-Leur,
gehouden op maandag, 31 januari 1972, des avonds om 7 uur in het raadhuis.
Aanwezig: A.J.A. Oderkerk, voorzitter
L.J.M. de Bruijn, wethouder
A.A.W. Luijkx, wethouder, en de raadsleden:
W.A. Aerts
L.J. van Bezooiflen-Seldenthuis
F. Coremans
A.M. Fransen
A.A.M. de Groot
H.A. van Hassel
I.Th. Jacobs-Bosse
A.J. Klep
J.C. van Kuijck
W.A. Luijkx
P.M. van Staaij
jhr. A.J.F.X. Verheden (tot en met de nieuwjaarsrede)
T.C. Vermeulen
D.B.H. van Vleuten en
W.H.G. Nijs, notulist
AfVezig (wegens ziekte):
H. van Ginneken
De voorzitter opent de vergadering met gebed en verwelkomt de leden. Hij
deelt mede een bericht van verhindering te hebben ontvangen van de heer
van Ginneken, die wederom voor een operatie in het ziekenhuis is opge
nomen. Op zijn voorstel wordt besloten om aan de heer van Ginneken, met
een stoffelijk blijk van belangstelling, namens de raad de beste wensen
voor een volledig herstel te doen toekomen.
Als voorstemmer wordt aangewezen nr. 9 van de presentielijst, de heer de
Croot
1* De voorzitter spreekt vervolgens zijn nieuwjaarsrede uit en biedt hierop
het jaarverslag over 1971 aan. Zowel de jaarrede als het verslag zijn
als bijlage 1 en 2 in deze notulen opgenomen.
Daar wegens persoonlijke omstandigheden de heer Verheijen de vergadering
moet verlaten, verzoekt de heer van Vleuten het woord voor een reactie^
op de jaarrede, als het op een na oudste raadslid. Mede namens de overige
raadsleden dankt spreker de voorzitter en het college voor het vele werk
en de daaruit voorgevloeidevoor onze gemeenschap zo gunstigeresultaten.
Overduidelijk komt volgens hem uit deze jaarrede de grote vooruitgang
op de verschillende fronten van de gemeentelijke activiteit, tot uiting.
Een vooruitgang die hem persoonlijk soms wel eens wat beangstigt, met
name door het daarmede gepaard gaande verdwijnen van het typisch brabant-
se karakter van de gemeente. Overigens is hij ervan overtuigd, dat m
deze tijd, de vooruitgang geen halt toegeroepen kan worden.
De heer van Vleuten is van oordeel, dat onze gemeente een belangrijke
plaats in de provincie en met name in West-Brabant inneemt en
boopt met name dat in de nabije toekomst de plannen tot het formeren
O.
t.
c.