Wil,ebrord' srndei en '0- m: n J. U 18® V - v >d - I p ijjc ^bpifneiov n 'on I '"soo? hu ''-.s i -eg n®8 i pot» ii fan®- iA .nevoHb i; V.'.v., v ,tnc% teptegrmp -2- Teoen een dusdanige "rampzalige" ontwikkeling wordt - blijkens de post dictum toegevoegde rede - Uk vanuit bet Overijselse op niet mts te verstane w„ze gewaar- KhH7eL menen wij nog de volgende kanttekeningen bij de bedoelde discussienota', te moeten plaatsen. «Innnionische dienst valt o.i. zeker niet af te Uit bet werkstuk van jn de tweede fose uitgaat naar een fede» ieiders, dar Hun voor. eur >j g~ 'f0«s maar het sluit een dergelijke ratieve opbouw varie 9«*®^ e „0 js naar onze overtuiging beslist nood- benadering ook alieiminst ul' r prakHsche ais principiële aard 1 zdkeli jk. Onze op bladzijde 25 van de Voorts blijkt onrf,do J.f, or9anl^tie thans nader ingaat op onze brief van aangeboden discussieno ^|ervoor zonder onze duidelijke principiële 3 juni Ï970 over dit ondenwarp. Wm zM" Marvoor zo^ voorkeur voor de vorming van direct één gewest mei e"7i, vrees, dat hierdoor de vanning zou worden vertraagd of be!angen via regio's, zoals deze zich tot van behartiging van oepDoor de gekozen begrenzingen hiervan kon immers nu toe «n dit gewest on w onze verwevenheden met de ten Westen van Etten- ook geen recht worden g toegetreden gemeenten Rucphen en Hoeven, voor wat de direct aan ttte J noam<sals door ons niet gepropageerde - overgangs- Hoeven betreft. Dit-zou*, j yoof SntergefTieente!ijke samenwer» fase noar één gewest, elke arnDmc king in de regio Breda voo? Eft^» wur ru nogmaals met erkentelijkheid ge- Wij hebben thans kunnen ,a, de realiteit in de discussie- zegd - dat oJthans ait^ 3e^®rJ£J |sche dienst duidelijk erkenning heeft gevonden. note's van de worden aGngerekend, dat uit de discussienota's allerminst Overigens moet hierb,j - Rucphen en Hoeven ook Inderdaad - onder kon blijken, da* te o^emeeriie 7Ullen zijn om - eventueel mede - te gaan deel- weike nuanceringen dan ook - bereid zuilen z.j nemen aan de regio vofming van een interim "gewest Breda" is hiermede Ode bij de onlang» 9-* terwijl in deze kring toch overbekend was, in geen enkel opziende ^ze recjen steeds bezwaar moest maken tegen dat in net verleden Et ten-Leur do- -• r ini-wcemeenteÜike samen- de voorgestelde territoriale begrenzing voor functionele intergemeentelijke -amen werking. L^-u-nid ook heel dêxe moeilijk te ontwarren problematiek Maar, het zij d& doo/ons bijaevallen vorming van direct één gewest West- gew««t doC«troli«tie in wi„eland ragicnale verbanden nd voor- atrvtr^"an hierover willen wij dan ook In reW beklem- Ter vJcrko 9 u^hrever oroblemen, die regionaal in meerdere gebieden in tonen, da! de la-. |i|, en mjn ©f meer inbaar ent zijn aan de in de West-Brabant spek-n, in fasen, toch - en tenslotte Uk in onze wij- discussier» a voorg-s e g |rf voor ons de argumenten, welke wij In db U'Me^oU i-rrede aan Uw college ten principe voorleggen ter bevordering van de directe vormmg van «én gewest West-Braoant. j; - f; 'i v- e:4- ■- - .3 -c 'A" y y I r i ish j IV: i i® n®£ -1JD-' W 3'. 1» ::t "Ov "I :"UO 3.' i'Jisb .5 Qrlr !J: - V 7

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1971 | | pagina 130