Vlli Bii herhali na hebben wij onze bereidheid hiertoe schriftelijk zowel ais mondei «ng kenbaar gemaakt ên aan Breda én aan Roosendaal en aan vele andere gemeenten m West Brabant, In interviews en toespraken en niet op de laatste plaats aan het provinciaal bestuur zelf, laatstelijk toen dit college zich per circulaire van 4 februari 1970 tot ondermeer de gemeente Etten-Leur wendde met het uitdrukke lijke verzoek ten aanzien van de gewestvorming niets te ondernemen zonder vóórover! eq met de provinciale planologische dienst. W.f hebben hierop bi, schrij ven van 3 juni 1970 gereageerd met het verzoek tot dit overleg te worden toege laten Wij hebben maanden daarna gevraagd gehoord te worden vóórdat de dis cussienota zou zijn geformuleerd. Op geen van deze verzoeken hebben wij tot dusverre ooit 'n antwoord ontvanger». ik merk dit niet op uit een gevoel van gekwetste trots. Dit zou misplaatst en onredelijk zijn tegenover een college, dat de ontwikkeiing van onze gemeente zo welwillend en zo krachtig begeleidt en steunt als voor de goede verstaander op elke pagina van ons jaarverslag valt of te lezen. Ik acht het ook allerminst uitgesloten, dat gedeputeerden tot dusver op deze verzoeken niet of zo ontwijkend gereageerd hebben, omdat dit college zich in zijn nieuwe samenstelling allereerst opnieuw in eigen kr.ng over de haalbaarheid en het voordien gevoerde beleid wilde beraden. Neen het moest mij dddrom van 't hart, omdat ik geen andere weg zie om op zo korte' termijn - 19 februari immers staat in ambtelijke termijnen gesproken vlak voor de deur - gedeputeerden ên provinciale staten te bereiken en naar zeer vélen van harte zullen hopen te overtuigen, dat de directe weg de kortste weg en bij voortduring vooral prettiger zal zijn dan de federatieve weg i En wat de haalbaarheid betreft, gezien de inmiddels op gang gekomen regio- V°Gedeputeerden geven voor wat dat betreft, bij de discussienota in een kant tekening zelf een mogelijke oplossing daarvoor aan als zij de vraag opwerpen: "Moet de provincie het oplegger van gewestregelingen entameren, wanneer sommige gemeenten niet wensen deel te nemen aan een gewestelijk bestuur Aan wie zou in dat geval een regeling opgelegd moeten worden Aan ónze gemeente De gemeenten die met gewestvorming weimg moeite zullen hebben vanaf het moment, dat hen duidelijk is dat zeer zeker regiovorming gêdn garantie tegen annexatie vormt t. „Kl Of de gemeenten, die op eik initiatief «n deze richting antwoorden: Natuur lijk één gewest, maar 't is niet haalbaar 1 5 Provinciaal bestuur, het fc haalbaar du moment, dat de hogere overheid spreekt Dames en Heren, !k wil deze toespraak beëindigen met een woord van dank voor t geduid, waar mede U naar deze toespraak hebt willen luisteren. Het waren immers woorden, die voor U de prikkel van het nieuwe misten, ik heb ze dan ook uitgesproken - U zult mij dit gaarne vergeven - niet alleen voor U, maar veelmeer om over Uw hoofden heen die instanties te bereiken, waarheen U zelf mij zo vaak verwezen hebt als !t over deze zaken ging.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1971 | | pagina 123