- 7 -
18. Voorstellen van burgemeester en wethouders tot nadere bepaling van het
aantal te benoemen raadsleden in de volgende vaste commissies van
advies en bijstand aan burgemeester en wethouders, t.w.s
I. de commissie voor algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening;
II. de commissie voor openbare werken, gemeentebedrijven en verkeer;
III. de commissie voor algemene zaken;
IV. de commissie voor sport- en andere recreatie-objecten.
Behalve de hierbovengenoemde bestaan er tot dusver nog twee andere
vaste adviescommissies, waarin naast andere leden raadsleden zitting
hebben, te weten de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften
ingevolge de algemene bijstandswet, met drie raadsleden, en de commissie
voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken, eveneens met drie
raadsleden.
Of en zo ja in welke mate oprichting, uitbreiding of wijziging van
commissies aanbeveling verdinnt, is een vraag, die naar de mening
van burgemeester en wethouders eerst verantwoord onder oger. kan worden
gezien, nadat de raad zich in zijn nieuwe samenstelling heeft ingewerkt
en met het actuele van het raads™ en commissiewerk vertrouwd heeft
gemaakt.
Op de commissies is van toepassing de bestaande verordening, regelende
de bevoegdheid en de samenstelling van door de raad op voorstel van
burgemeester en wethouders ingestelde vaste commissies van advies en
bijstand aan burgemeester en wethouders, welke verordening in het agenda
dossier ter inzage is gelegd,
In elk van de vier hierbovengenoemde commissies hadden tot dusver vijf
raadsleden zitting, met dien verstande, dat het aantal raadsleden in de
beide eerstgenoemde commissies in oktober 1967 -tijdelijk- werd
uitgebreid tot zes raadsleden, teneinde enkele raadsleden op hun verzoek
alsnog bij het commissiewerk te kunnen betrekken.
Wij menen, dat de mogelijkheden van inspraak vanuit de raad gediend
worden, indien deze uitbreiding van vijf tot zes leden ook voor deze
nieuwe zittingsperiode zal gelden en dan niet beperkt tot de beide
eerstgenoemde commissies maar uitgebreid tot eveneens de commissie voor
algemene zaken en die voor sport- en andere recreatie-objecten.
Hierdoor wordt het bij een totaal van dertig door raadsleden te
vervullen commissieplaatsen mogelijk om, indien de raad dit wenst,
alle zitting hebbende raadsleden buiten de beide wethouders (15)
in gelijke mate aan het commissiewerk te doen deelnemen, waardoor
met medewerking van de raad tevens bereikt kan worden, dat de bevolking
door deelname van een. groter aantal fracties in elk van deze commissies
nu cok bij de besluitvoorbereiding betrokken is.
19. Voorstellen van burgemeester en wethouders tot benoeming van.'
a. zes raadsleden in de commissie voor algemeen financieel beheer en
ruimtelijke ordening;
b. zes raadsleden in de commissie voor openbare werken, gemeentebedrijven
en verkeer
c. zes raadsleden in de commissie voor algemene zaken;
d. zes raadsleden in de commissie voor sport- en andere recreatie-objecten;
e. drie raadsleden in de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften
ingevolge de algemene bijstandswet;
f. drie raadsleden in de commissie voor georganiseerd overleg in
amb t en ar en z ak en
Behalve de algemene commissieverordening is voor elk van deze advies
commissies nog een afzonderlijk instellingsbesluit genomen, waarbij
onder meer de taakomschrijving en het aantal leden van deze commissies
geregeld is. Deze instellingsbesluiten liggen in het agendadossier
ter inzage. Van deze commissies van advies en bijstand fungeert een lid
van het college van burgemeester en wethouders steeds als voorzitter.