De heer van Kuijck zegt diverse schriftelijke vragen te hebben ingediend, waarop nog geen antwoord is ontvangen. De voorzitter zegt, dat de antwoorden daarop weliswaar ter inzage hebben relepen doch dat dit, omdat het slechts ambtelijk advies was nog niet bevoerd was om ter inzage te liggen. De antwoorden hebben inmiddels rechtskracht gekregen, ondat deze in de laatst gehouden vergadering van burgemeester en wethouders zijn behandeld. Indien mocht blijken, dat de vragen niet naar genoegzaamheid zijn be,antwoord dan geeft de voorzitter de heer van Kuijck gaarne vrijheid om daarop in de volgende vergadering terug te komen. De heer Klep zegt, dat uitdrukkelijk wordt gevraagdom eventuele vragen schriftelijk in te dienen. Spreker meent dat door het instellen van commissies de raadsvergadering aan aktualite.it heeft ingeboet. Hij ziet niet in waarom tijdens de raadsvergadering geen mondelinge vragen gesteld -ouden mogen worden, waarop staande de vergadering wellicht geen direct antwoord is te geven. Hij vraagt zich af waarom al-es schriftelijkie gebeuren. Het enige wat volgens spreker een raadsvergadering levendig maakt 13 Vol^ens^e^róorzitter wordt door het indienen wen schriftelijke vre.Een de mogelijkheid geschapen om daarop een gericht antwoord te gevenhetgeen bij het stellen van mondelinge vragen met altijd mogelijk waardoor de indruk gewekt sou kunnen worden, dot de vraag met een Jantje van weiden wordt afgedaan. De mondelinge wagen, welke tijdens de vergaderingen worden gesteld si in volgens de voorsitter vaak van dien aard, doordat deze initiatief- voorstellen inhouden of zo gedetailleerd zijn, dat beantwoording tijdens de vergadering niet mogelijk is. Door do raad zelf is het volgens de voorzitter daarom zó geregeld, dat belangrijke zaken schriftelijk worden voorbereid, hetgeen volgens spreker met wegneemt, dat bij de behandeling van de agenda bepaalde zaken aan de orde kunnen komen, die mdwe mondelinge toelichting eisen. Dat daarover van gedachten wordt gewisseld maakt de vergadering alleen maar levendiger, en is voor de De voorzitter zegt, dat een vraag, welke geen uitstel gedoogt, altijd pesteld kan worden,'maar als het gaat om principiële zaken, bijvoorbeeld over uitbreidingsplannen of gedetailleerde wagen, waarbij kaartmateriaal of advies noodzakelijk is om een antwoord te kunnen geven is het volgens de voorzitter de bedoeling, dat deze tijdig schrixtelijk werden Da^k^mên er volgens de voorzitter van verzekerd zijn, dat de publieke oriiie niet het onbevredigende gevoel krijgt,, dat de leden met au seneux r, 0i+hnn<? die indruk zou kunnen worden gewekt indien de genomen worden, althans uxe mui u& vragen zouden worden afgedaan met: we zullen het eens bekijken, het heeft onze' aandacht,we zullen er nog eens op terugkomen. Schriftelijke wapen nopen tot het instellen van een onderzoeK en tot kritische en afdoende beantwoording daarvan. Spreker zept het, zoals hij in het verleden reeds heeft opgemerkt, toe te iuichen dat voor zaken, die de publieke opinie regarderen, in de raadsvergadering de ingediende schriftelijke vragen daarover nog eens mondeling worden herhaald en toegelicht. Dit vindt spreker de juiste vorm van democratie. Voorkomen moet worden, dat leden, die de moeide niet nemen om schriftelijke wagen in te dienen, vlak voor de vergadering bij zich zelf denkendaar kon ik vanavond wel eens even mee voor de dag komen. Dan is het volgens spreker niet de openbaarheid of de wil om de 'bevolking te gerieven, maar om zichzelf te gerieven daar men dan geen extra tijd behoeft uit te trekken om de wagen duidelijk op schrift te stellen. Het gevaar bestaat dan, dat de vraag niet duidelijk overkomt of dat een half of gebrekkig antwoord moet worden gegeven. Daarom benadrukt de voorzitter nogmaals, dat voor belangrijke zaken schriftelijke wagen gesteld moeten worden, waarop een schriftelijk antwoord zal worden gegeven, eventueel m de vergadering toegelicht o"hpn"hpT*"hgicL 00ïl "VrOO3Td.00lo

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 293