iö^sktS wanxnow Met betrekking tot het plan van Chr. Mouwen voor de bouw van een opslagloods voor bouw- en sloopmateriaal aan de Zundertseweg en nabij zijn woning, ont spint zich een uitvoerige discussie, die geopend wordtdoor de heer Aerts met de mededeling dan z.i. het thans aanwezige sloopmateriaal, zowel qua afmetingen als qua hoeveelheid niet in de te_bouwen loods geborgen zal kunnen worden. Temeer, daar de heer Mouwen, ten opzichte van andere inwoners, die met hun bedrijfje naar het industrieterrein zijn verwezen, in een zeer bevoorrechte positie verbeert, zou spreker toch vel graag duidelijke voorwaarden gesteld zien, op de naleving waarvan serieus wordt toegezien, opdat de ontsiering van de Zundertseweg,zoals al_jarenlang door de sloop materialen van de heer Mouwen het geval is, een einde neemt Verder wijst spreker op het feitdat in de toelichting gesteld wordtdat de loods achter de woning van de heer Mouwen en achter de bestaande beplanting gebouwd moet worden. Dit zal echter niet mogelijk blijken, omdat er achter woninp. reeds een loods staat. Intussen ligt er voor de beplanting reeds een fundering voor de bouw van een loods, waarvan de bouw een half jaar geleden, in verband met het ontbreken van een bouwvergunning, door -• e c+-n selefd. Spreker vraagt zich nu af of de gemeentebedrijven is stil gexegu. f beplanting dan wel de fundering verplaatst zal worden. Hlj kan zich met onttrekken aan de gedachte, dat de heer Mouwen door bepaalde invloedrijke personen geprotegeerd wordt en dat acht hij niet juist. De heer Klep merkt op, dat materiaal, dat langer is dan de hoogte van de loods," daarin niet verticaal, maar horizontaal geborgen kan worden. Verder zou hij na de openbare vergadering graag de namen van de telaties, waarop de heer Aerts doelt, vernemen. Tenslotte geeftspreker toe, dat de thans geplande oplossing voor deze materiaalberging met ideaal is, maar toch wel 90% beter dan de huidige toestan' De heer Braat stelt voor om in de overeenkomst een clausule opte nemen, waarin op de nakoming van de voorwaarden, die er gesteld zijn, wordt toegezien "Het gaat mij er om, dat ae rommel wordt opgeruimd. Momenteel is daarvoor nog niet voldoende garantie aanwezig De heer Klep merkt op, dat het afwijzen van ait_plan de voortduring van de huidige toestand impliceert. Hij voelt toch meer voor de stellino "Als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan". Naar aanleiding van een opmerking van de heer C. Luijkx stelt de voorzitte;, dat~ de gemeente inderdaad al veel eerder en met behulp van de provincie bad kunnen ingrijpen door het ontruimen van het betreffende omla/vterrein te gelasten. Spreker meent echter d^ m het belang van de betreffende ingezetene getracht moet worden om hetzelfde doel via overleg te bereiken Hij stelt voor om de beslissing op dit plan aan te nouden tot de volgende vergadering en deze zaak eerst nog eens goed te bekijken. Dit kan dan tevens een psychologisch effect hebben op de heer Mouwen. De heer Willemse zegt blij te zijn met dit voorstel. Ook hij is tegen het oplossen van moeilijkheden met dynamiet. De heer van Kuijck zou toch liever deze aangelegenheid in deze ofverken. Hij verwacht van dit uitstel niet veel meer vergadering willen arwermen. n-j m f3e huidige ongewenste toestand. dan een voortduring van ue na-Lu. e -u n De voorzitter wijst erep, dat er twee mogelijkheden zijn, nl. aanhouden of stemmen Hij meent dat bij een stemming het plan zal worden afgestemi en daarmee is de heer Mouwen zeker niet gediend. Het inbouwen van bepaalde voorwaarden in een grote vergadering als deze is niet wel mogelijk. Voor de volgende raadsvergadering zullen dan zowel de commissie voor openbare werken, gemeentebedrijven en verkeer als de commissie voor algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening hierover nog eens nader advies kunnen uitbrengen. De heer van Staay ziet in het besluiten tot aanhouden van de aeslissmg een brevet van onbekwaamheid voor de commissie voor algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening. De voorzitter zegt het hiermede met eens te zijn, omdat men dan het begrip "advies" niet goed interpreteert. Na stemming bij handopsteken blijken 10 leden voor het aanhouden van de beslissing in deze aangelegenheid te zijn, waartoe dus wordt beslo.en. jJ5J J..-: X X** 4 11, Mr AS?

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 236