■n't, In het contract, dat met de aspirant-huurder zal worden afgesleten, zal volgens dg voorzitter tot uitdrukking komen, dat de opzeggingstermijn van 3 maanden voor beide partijen zal gelden, znnder bezwarende voorwaarden echter met dien verstande, dat de verhuurtermijn tenminste 3 jaren zal bedragen, waarna beide partijen het reent hebben de huur op te zeggen. Het voorkeursrecht bij eventuele koop is volgens Je voorzitter uit het voorlopig koopcontract geschrapt. De heer van Staay vraagt of het niet beter zou zijn om de molen te verkopen, omdat de huuropbrengst naar zijn mening niet opweegt tegen de jaarlijkse kosten van onderhoud. De heer Braat vindt de huur te gering, daarnaast heeft spreker begrepen, dat er voor de verhuurder grote onkosten gemaaict. moeten worden, waartegen het geringe bedrag aan huur niet opweegt. Hij stelt voor het voorstel aan te houden om het in de betreffende commissie nogmaals te bespraken en in de volgende vergadering van de raad hierop terug te komen. De heer Willerase zegt het voorstel van de heer Braat te steunen. De voorzitter zegt, dat het te verhuren geeeelte niet als woonruimte, doch als studeerruimte zal worden verhuurd. De heer Aerts zegt het huurbedrag aan de lage kant te vinden. De voorzitter zegt, dat de te verhuren ruimte beperkt is omdat er zich nog machines in de molen bevinden, waardoor de mogelijkheid tot verhuur niet zo groot is. Op verzoek van een der leden deelt de voorzitter mede, dat in het te sluiten contract de bepaling zal worden opgenomen,^dat^de molen vrije toegang waarborgt voor hen, die de molen willen bezichtigen, zulks na aanzegging dat de interesse daartoe bestaat. Op verzoek van de heer van Ginneken hoe groot de te verhuren ruimte bedraagt, deelt wethouder Luijkx mede, dat dit niet exact is nagemeten, doch dat dit zal gaan om een ruimte met een doorsnede van 10 meter en een hoogte van 2,5 meter. Spreker meent, dat door deze verhuur deze molen een andere bestemming krijgt dan een opslagplaats voor allerlei rommel. Daarnaast mogen de aanwezige machines niet uit de molen verwijderd worden ook niet als de molen verkocht zou worden, waartegen spreker meent te moeten protesteren, omdat de molen door de gemeente voor het symbolisch bedrag van 1,— van het waterschap is aangekocht, omdat de lasten van onderhoud voor het waterschap te groot werden. Met steun van Monumentenzorg is daarna de molen gerestaureerd. De heer van Staay zegt, dat bij verkoop tenminste de jaarlijks terugkerende kosten van onderhoud komen te vervallen. De heer van Suijck zegt, dat bij verhuur van de molen het onderhoud wel goed zal zijn. De voorzitter zegt zonder meer geen voorstanaer te zijL. van verkoop van de molen. Indien er mettertijd een aantrekkelijk project voor deze molen is te vinden, liggende buiten de particuliere sfeer van huisvesting, dan kan er volgens spreker eventueel een andere bestemming aan gegeven worden, waarbij condities geschapen kunnen worden, die voor beide partijen aantrekkelijk zijn en spectaculairder dan thans het geval is. De voorzitter zegt, dat, voordat de ruimte in gebruik kan worden genomen, er nog belangrijke kosten gemaakt moeten worden door de huurder om deze ruimte als studeerruimte geschikt te maken. Daarnaast heeft volgens spreker de huurder de. plicht om, bij opzegging van de huur, de ruimte in haar oorspronkelijke staat terug te brengen. Deze bezwarende omstandigheden voorwaarden in aanmerking genomen, zijn volgens spreker afgewogen bij de bepaling van het hunr-bedrag. De heer Klep zegt, dat het voorstel ware aan te houdan, omdat hij zich afvraagt of er geen moeilijkheden kunnen ontstaan bij verlegging van de provinciale weg.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 225