lil
H
Gemeente Etten-Leur
Notulen van de openbare spoedeisende vergadering van de raad der gemeente
Etten-Leur, gehouden op vrijdag 20 februari 1970, des avonds om 6.30 uur
in de kantine van het gemeentehuis.
Aanwezig: A.J.A. Oderkerk, voorzitter.
A.PSnijders, secretaris.
L.J.M. de Bruijn, wethouder.
A.A.W. Luijkx, wethouder.
alle overige raadsleden, met uitzondering van de heer
P.M. van Staay die wegens ziekte verhinderd is.
M.J. van Rijckevorselnotulist.
1. De voorzitter opent de vergadering met gebed en verwelkomt de leden.
2. De voorzitter liqht toe, waarom deze vergadering spoedeisend werd
belegd
Hij deelt mede, dat er grote haast geboden is, met name bij het leggen
van de riolering, omdat deze gerealiseerd moet zijn, voordat Rijks
waterstaat met de uitvoering van de wegverbreding -en dit is volgens
spreker medio mei a.s.- kan beginnen.
Overeenkomstig het reglement van orde is over het voorstel de
commissie voor openbare werken, gemeentebedrijven en verkeer gehoord.
De voorzitter deelt vervolgens mede, dat, nadat het betreffende
prae-advies aan de leden was toegezonden, de heer Feskens namens de
fa Feskens en de heer van Sundert namens de fa. van Sundert een gesprek
hebben gehad met het college van burgemeester en wethouders. Deze
gesprekken hebben ertoe geleid, dat een suppletoir voorstel aan de raad
is gericht om het aanleggen van een riolering in de zuidelijke parallel
weg van de Roosendaalseweg alsmede het bouwrijpmaken van het resterend
gedeelte van het industrieterrein Mon Plaisir gecombineerd onderhands
aan te besteden tussen beide genoemde aannemersbedrijven.
De voorzitter zegt, dat het college er thans van overtuigd is,
dat zowel de fa. Feskens als de fa. van Sundert de werken tijdig kan
uitvoeren, terwijl de nu voorgestelde wijze van aanbesteding hun
inziens zeker geen financieel nadeel voor de gemeente zal opleveren.
Hij stelt voor te besluiten om niet over te gaan tot openbare
aanbesteding, doch beide projecten thans gecombineerd aan te besteden
tussen de fa. Feskens en de fa. van Sundert.
De heer Klep zegt, dat uit het ontvangen voorstel, d.d. 13 februari
1970, is gebleken, dat het de bedoeling was om beide objecten
afzonderlijk aan te besteden. In het schrijven, d.d. l8 februari 1970,
werd volgens spreker gedetailleerd weergegeven, dat beide werken door
Feskens en van Sundert zouden worden uitgevoerd, waarmede spreker
het wel eens kan zijn omdat in verband met een open begroting de prijs
van tevoren reeds vaststaat. Hij meent echter uit de woorden van de
voorzitter begrepen te hebben, dat de fa. Feskens "alles of niets"
wil hebben. Hij vraagt zich af wat er op togen kan zijn om deze
toch niet geringe werkzaamheden— cioor twee plaatselijke aannemers te
laten uitvoeren. Het oorspronkelijke voorstel om het ene object door
de fa. Feskens en het andere door de fa. van Sundert te laten uitvoeren
geniet volgens spreker de voorkeur.
De voorzitter deelt mede, dat aanbesteding via een open begroting
en onderhandse aanbesteding toch wel enig verschil met zich mee kan
brengen, omdat dit niet altijd behoeft te leiden tot de laagste
inschrijving. Een onderhandse aanbesteding kan volgens spreker ook
onder een open begroting door gaan.