34 - Muziek, zang, ballet, declamatie, verbale expressie en jeugdtoneel, schilderen en boetseren zijn de mogelijkheden voor de amateurs» Gemiddeld aantal leerlingen in 1969: 588 (waarvan 107 buitenleerlingen) in 1968: 582 (waarvan 92 buitenleerlingen) in 1967: 630 (waarvan 128 buitenleerlingen) Ondanks financiële moeilijkheden bleef dit instituut zich in de afgelopen jaren bijzonder gunstig ontwikkelen. Wanneer de verbouwing van de Nobelaer klaar is, zal aan de nu nog gebrekkige huisvesting een eind komen en kan bovendien het lesprogramma weer worden uitgebreid», Het aantal leerlingen, dat tot en met september op 570 per maand stond is vanaf oktober gemiddeld per maand met 30 leerlingen toegenomen tot een aantal van 663 in december 1969, waarvan '117 van buiten Etten-Leur R»K» Levensschool voor jonge arbeiders. Dit vormingsinstituut heeft tijdelijk enderdak gevonden in een semi permanent fabrieksgebouw nabij de Wilhelminalaan, waar het de beschikking heeft over een leslokaal, een handenarbeidlokaaleen overblijflokaal, een dojo (voor judo), magazijnruimte en een kantoor. In februari 1970 zal de nieuwe huisvesting in het Nobelaercomplex kunnen worden betrokken», Het aantal leerlingen bedroeg in 1969 101 (in 1968: 108 en in 19582 32)= Het aantal uitgereikte getuigschriften bedroeg in 19691 30 (1968: 30)« De Mater Amabi1isschool gaf tot en met eind 1969 haar vormingslessen in de avonduren. Een deel van het leerprogramma, dat in de r.k. huishoudschool in Zuid gegeven werd, valt onder de Nijverheidsonderwijswet» Er waren twee leerjaren. Het aantal leerlingen van deze school bedroeg in 1969: 35 (in 1968: 55; in 19672 68)» Van rijk en gemeente wordt subsidie voor dit werk genoten» Per 1 januari 1970 wordt gestart met een Levensschool voor meisjes in de oude Levensschool voor jongens bij de Nobelaer» In verband met het geringe aantal deelnemers wordt de avondcursus opgeheven» Aan de nieuwe cursus zullen in 1970 50 meisjes deelnemen» Het gemeentelijk cultuurfonds beoogt bijzondere incidentele culturele aktiviteiten te subsidiëren, zoals tentoonstellingen, aankoop beeldhouw werken, eenmalige culturele evenementen op brede basis enz» De stand van het cultuurfonds per eind december 1969 was ongeveer 48»700,--T De normale storting over 1969 bedroeg 7=500,--» In 1969 werd uit het cultuurfonds betaald een bedrag van 500,--» Voor 1970 is een storting van 7»500,-- geraamd, waardoor een behoorlijke steun in daartoe geëigende gevallen aan het culturele leven kan worden geboden dan wel de aankoop van beeldhoui/- werken e»d» betaald kan worden» Gemeentelijk studiefonds» De aanvragen om een renteloos voorschot uit het gemeentelijk studie fonds worden behandeld door een gemeentelijke commissie, welke advies uitbrengt aan burgemeester en wethouders» Indien nodig wordt aan het Noord-Brabants Studiefonds om advies gevraagd» Over 1968/1969 werden 29 aanvragen ingediend, welke alle door het rijk of het provinciaal fonds toegewezen werden» Over 1968/1969 werd in twee gevallen door het gemeente lijk studiefonds nog een renteloos voorschot verleend, zulks op verzoek van het Noord-Brabants Studiefonds in verband met het ontbreken van de nodige middelen bij dit fonds» Met het oog op de afnemende betekenis van het fonds bij de huidige mogelijkheden van de rijksstudietoeiagenregelingen en het Noord-Brabants Studiefonds wordt opheffing van het gemeentelijk fonds overwogen» Aan het Noord-Brabant Studiefonds wordt jaarlijks door de gemeente een subsidie van 5 cent per inwoner 990,--) betaald»

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 152