- 24 - Personeelsbezetting De personeelsbezetting van bedrijven van vóór 1945 buiten het industriepark nam in het afgelopen jaar af met 4 personenThans zijn hier 80 personen werkzaam (een zuivelfabriek, conservenfabriek, steenfabriek en een bakkerij grondstof fenfabriek) O De personeelsbezetting van de na-ooriogse vestigingen "buiten" de gemeente lijke industrieterreinen nam af met 38 personen tot in totaal 317 personen als gevolg van verminderde werkgelegenheid in de confectie-industrie (in 1954:393)» Voor beide categorieën samen bedraagt de totale personeelsbezetting dus thans 397 op 22=000 m2, waarvan 286 mannen (zie voor gedetailleerde gegevens bijlage III C) De personeelsbezetting van de bedrijven in de industrieparken nam in het afgelopen jaar met 482 toe tot 4 206 arbeidsplaatsen op 273°500 m2, waarvan 3»255 mannen= Slechts enkele bedrijven, ï.o. Tornado (33) (maar in 1968 80 meer dan in 1967) geven enige vermindering van het personeelsbestand te zien. Andere bedrijven konden daarentegen het aantal personeelsleden verder opvoeren (o»m. Gevet ex (50), Byron Jackson (94), Jazon (19), Unitas Service (19), Zwanenburg (llO) en Di epdrukkeri j "Etten" (62), terwijl 6 nieuv/e bedrijven met -voorlopig- 102 werknemers in 1969 in bedrijf kwamen» De N V» Tornado tolde eind 1969 een totaal van 514 werknemers, terwijl de op één industriecomplex samengebrachte zusterondernemingen Isoverbel (364) en Gevetex (273) tesamen een totaal van 637 werknemers bereikten» De personeelsaanwas 1969 werd uiteraard gedrukt door de opheffing van de N»V„ Wilro met in totaal 69 werknemers eind 1968» De totale personeelsbezetting van de bestaande bedrijven in de industrieparken nam dus in 1969 in feite toe met 351 personeelsleden» Meer gegevens over het aantal personeelsleden in de bedrijven van het gemeentelijk industriepark zijn gedetailleerd vermeld op de bijlagen III D, E en F» De huidige personeelsbezetting van alle industriële bedrijven tesamen be draagt thans 4„603 (in 1968: 4=103), waarvan 3»54l mannen (1968: 3»302)» Eind I960 \<ras dit totaal aan mannen en vrouwen 1»900» Zie voor deze samenvatting bijlage III F» De ontwikkeling voor de industrieparken kan als volgt gespecificeerd worden: aantal nieuwe arbeidsplaatsen in de industrieparken van 1950 t/m 1955 (gemiddeld 100 per jaar) aanwas 1956 t/m i960 in het industriepark (gemiddeld 150 per jaar) aanwas 1961 t/m 1965 in het industriepark (gemiddeld 370 per jaar) totale aanwas in 1966 t/m 1968: aanwas 1969 in de industrieparken: (gemiddeld over 1966 t/m 1969 250 per jaar) 603 personen ('il5 vrouwen); 766 personen 148 vrouwen) 1 843 personen (391 vrouwen); 512 personen 77 vrouwen) 482 personen (220 vrouwen, waarvan 122 buitenlandse)» Totale bezetting in de industrie parken eind 1969 4=206 personen (951 vrouwen, waarvan 162 buitenlandse)» Bij de nieuwe vestigingen in het gemeentelijk industriepark is de plaats van afkomst van het nieuwe bedrijf aangegeven» Hierdoor treedt bijzonder sterk naar voren, dat het overgrote deel der vestigingen uit de randstad Holland is gekomen en dat onze gemeente zich tot dusver wel bijzonder geëigend heeft ge toond om het in de laatste jaren zo sterk gepropageerd industriespreidings- beleid te realiseren» Op bijlage III G is tenslotte nog een overzicht gegeven van werknemers, werkzaam in industriële bedrijven in Etten-Leur, gesplist naar woonplaats. Uitvoering van de thans reeds bestaande plannen tot vestiging of uitbreiding van industrie, alsmede de te verwachten personeelsbezetting van de in aanbouw zijnde vestigingen en uitbreidingen -zie vorige bladzijde en bijlage III B- kan voor de eerstkomende twee a drie jaren ongeveer 300 a 400 nieuwe arbeidsplaatsen opleveren» De in dit jaarverslag genoemde aantallen werknemers in industriële bedrijven wijken in het algemeen iets af van gelijksoortige cijfers van andere instituten -o»m» het E TI-enerzijds omdat deze instituten industriële bedrijven met minder dan 10 werknemers in het algemeen niet in hun cijfers verwerken en anderzijds, omdat in dit jaarverslag alle gevestigde bedrijven in het gemeente lijk industriepark opgenomen worden, terwijl enkele hiervan in andere publicaties tot de dienstensector gerekend worden»

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 141