- 17 - Uit bijlage III G blijkt, dat het aantal werkforensen in Etten-Lcur, die wonen in de omliggende gemeenten met inbegrip van Breda en Roosendaal al1 een feeds voor de industriesector bijna tweemaal zo groot is dan het aantal woon- forensen uit deze gemeente, die werken in die gemeenten» Vanuit de genoemde gemeenten werken echter ook een belangrijk aantal personen in de dienden- sector in Etten-Leur» Van de werlcforensen in de industrie in Etten-Leur komen in totaal 1*079 personen (1968: 950) uit de westelijk gelegen gemeenten Rucphen - Hoeven - Oudenbosch en Roosendaal en 729 personen (1968: 850) uit de oostelijk, zuidelijk enroordelijk gelegen gemeenten BredaRijsbergen, ZundertPrinsenbeek en Zevenbergen» Volgens de volkstelling i960 waren er in onze gemeente in totaal nog slechts 990 werkforensen (werken in Etten-Leur, wonen elders); hierbij waren betrokken 270 vrouwen en 720 mannen» Het aantal werkforensen in de industri e in Etten-Leur bedroeg op 31 mei i960 970 op ongeveer 1»900 werknemers in de plaatselijke industrie» Eind 1969 was dit laatste aantal gestegen tot 2»678 (1968: 2»34o) op 4»603 werknemers (1968: 4»l63) in de industrie in Etten-Leur (zie specificatie op bijlage III G)» Voor het rayon van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur is op bijlage A een overzicht gegeven van de mannelijke beroepsbevolking, bezette arbeids plaatsen in het rayon en de mannelijke werkforensen en woonforensen naar en vanuit dit gebied als geheel, voorzover deze althans officieel geregistreerd konden worden» In 1969 is het aantal mannelijke arbeidsplaatsen in het raton in de nijverheid wederom toegenomen» Het aantal arbeidsplaatsen in de landbouw blijft zich in dalende lijn bewegen, terwijl in de dienstensector dit aantal toenam en in de toekomst nog aanzienlijk zal toenemen» De inkomende pendel is iets verminderd, omdat steeds meer werkforensen in Etten-Leur willen wonen» De uitgaande pendel vanuit het rayon Etten-Leur is in het afgelopen jaar verminderd door enige afname van de werkgelegenheid elders» Een groot deel van de verre pendel heeft betrekking op de z»g» "bouwnijverheid", waaronder dus ook grondwerk, wegenbouw en zuivere utiliteitsbouw thuishoort. Deze werkgelegenheid, vooral noodzakelijk in verband met de opbouw havenindustrie Rotterdam, zal t»z»t» voor Ïest-Brabantse mensen wegvallen» Werkloosheid In vorige jaarverslagen werd gesteld, dat bij een recessie van enige omvang de dure lange afstandspendelaars het aantal werklozen ongetwijfeld het eerst zouden gaan vergroten» Dit is in de laatste jaren duidelijk bewaarhei d Na de vrij omvangrijke werkloosheid in 1967 gaf het aantal werklozen in 1968 en 1967 een aanzienlijke teruggang te zien, die echter op het einde van het afgelopen jaar weer teniet werd gedaan, doordat een groot aantal zguitleenbedrijven hun personeel in verband met het slechte weer (waar door vervoer op lange afstand bemoeilijkt werd) en in verband met de komende feestdagen ontslag gaven» Door de registratie van deze categorie tijdelijke werklozen wordt een vertekend beeld verkregen van de juiste stand van zaken Bedroeg het gemiddelde aantal werklozen in 1967: 1»110 en in 1968: 928, in 1969 bedroeg dit674 (5,llW (voor Etten-Leur was het gemiddelde aantal werklozen over 1968: 196 en voor 196915^ 3)86%)» Een groot deel van deze werklozen bestaat uit ongeschoolde pendelaars -voornamelijk in dienst van uitleenbedrijven- en uit bouwvakarbeiders, die hun beroep niet volledig beheersen» Eind 1969 bedroeg het totaal aantal werklozen in het rayon Etten-Leur I0OI5 (1968: 889) ofwel 7)7% van de afhankelijke mannelijke beroeps bevolking (1968: 6,4%)» Voor Noord-Brabant en voor geheel Nederland waren deze percentages eirti 1968 respectievelijk 3?2% en 2,5% van de afhankelijke mannel i jke beroepsbevolking

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 134