De heer Konijn zegt bezwaar te hebben tegen de aanduiding
"gedupeerden" als het belastingplichtigen betreft
Na nog enkele opmerkingen sluit de voorzitter deze discussie
waarna de heer van Ginneken opmerkt, dat hij in de afdelings
vergadering een opmerking heeft gemaakt over de aanstelling van een
buurthuiswerkero Het was echt niet de bedoeling van zijn opmerking,
dat het Katholiek Maatschappelijk Centrum niet voldoende gelegenheid
moet krijgen om deze buurthuisleider aan te trekken. Hij heeft enkel
aandacht gevraagd voor de noodzaak van aantrekking van een dergelijke
functionariso Het Katholiek Maatschappelijk Centrum heeft mogelijk
gegadigden voor deze functie en het zou voorkomen moeten worden, dat
om financiële redenen niet tot benoeming zou kunnen worden overgegaan.
In dat geval zou men gezamenlijk aan tafel moeten gaan zitten om deze
moeilijkheden op te lossen, want het is hard nodig dat er een buurt
hui swerker komt.
De voorzitter merkt op, dat enkele jaren geleden al een dergelijk
rondetafel gesprek heeft plaats gevonden, met als gevolg dat we er
toen, op misschien enkele kleine details na, toch financieel zijn
uitgekomen. De moeilijkheid om tot aanstelling te komen zou echter in
de kwaliteit van de gegadigden gelegen zijn.
De heer Vermeulen informeert of er bij het college concrete
plannen bestaan voor het bevorderen van de burgerzin. Momenteel is
men in meerdere gemeenten op dit gebied actief en spreker denkt daarbij
aan een open gesprek met belangstellende inwoners na de raads
vergadering
De voorzitter wijst erop, dat het college in het verleden vele
gelegenheden heeft benut om de bevolking te informeren en voornemens
is dit in de toekomst zeker niet te verwaarlozen. Hij wijst er
echter op, dat het college daarbij een methodiek, waarin de
publieke tribune nog eens dunnetjes zou gaan overdoen vmt de raad
als gekozen vertegenwoordiging heeft gedaan, afwijst. Do bevolking
krijgt, binnenkort weer, de gelegenheid om hun beste vertrouwens
mensen te kiezen. Het is daarbij niet enkel do taak van de raadsleden
om besluiten te nemen, maar ook om deze besluiten aan de bevolking
waar te maken. Niet afwijzend staat het college er tegenover om
b.v. per wijk, per bepaalde gemeenschap of per belangengroep
hoorzittingen te organiseren. Het college meent, dat het niet de
bedoeling van de Raad kan zijn., dat arrangementen plaatsvinden,
waarbij zich een 8 of 10, steeds dezelfde, inwoners gaan presenteren
als een soort schaduwraad zonder de benoeming en de verantwoordelijk
heid van dien. Hij verwacht, dat de besturen van de gemeenten, die
hiermede momenteel experimenteren, daarop wel zullen terugkomen.
Hij herhaalt, dat zeker als er gerichte onderwerpen zijn en
belangstelling of concrete behoeft ®.,hct college ook in de toekomst
zeker het houden van hoorzittingen en dergelijke zal bevorderen.
Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming vervolgens besloten tot het
vaststellen van:
a. de begroting 1970 voor de dienst van gemeentewerken met le
wijziging
b. de begroting 1970 voor het gemeentelijk woningbedrijf;
c. de begroting 1970 voor het gemeentelijk grondbedrijf en
d. de begroting 1970 voor de algemene dienst plus de eerste wijziging
van deze begroting.
Hierna wordt overeenkomstig voorstel van burgemeester en wethouders
en advies van de commissie voor openbare werken, gemeentebedrijven en
verkeer zonder hoofdelijke stemming besloten tot het beschikbaar
stellen van een krediet voor het bouwrijpmaken van het restant-
gedeelte van het industrieterrein "Mon Plaisir".