Door deze zeer krappe financieringspositie konden o.a. nog niet worden uitgevoerd het bouwrijpmaken van het bestemmingsplan Lage Banakkers, de riolering van de zuidelijke parallelweg van de Roosendaalsewegde pleinaanleg bij het raadhuis en de Nobelaer, de uitbreiding van een aantal scholen en de stichting van nieuwe kleuterscholen, de uitbreiding van het sportpark, de reconstructie van de Grauwe Polder en talloze andere hoogst urgente objecten» Ondanks deze sombere vooruitzichten ten aanzien van de financierings positie van onze gemeente, hoop ik, dat in 1970 meer mogelijkheden aanwezig zullen zijn om dc reeds opgelopen achterstand in het investeringsprogram te kunnen inlopen» Enig lichtpunt hierin is wellicht het vooruitzicht, dat in 1970 een aantal belangrijke grond- verkopen kunnen plaats vinden, waardoor door zelffinanciering een aantal objecten in uitvoering kunnen worden genomen»" Spreker dedt vervolgens nog mede, dat de verslagen van de afdelingsvergaderingen ter publicatie zijn vrijgegeven» Hierop stelt de voorzitter met inachtneming van de te dier zake in het reglement van orde voorgeschreven procedure de vaststelling van de begrotingen aan de orde» De heer Braat complimenteert de samenstellers van de begroting voor de voortreffelijke wijze, waarop dit is geschied» De heer Klep zegt, dat de voorzitter vermelde, dat geen nieuwe belastingverordeningcn behoefden te worden vastgesteld om deze begroting sluitend te maken. Niettemin is momenteel wel aktueel een belastingverordening, die reeds enkele jaren geleden is vastgesteld, maar pas onlangs in werking is getreden,en in de praktijk nogal wat weerstanden bij de bevolking oproept. Ook tijdens de afdelings vergaderingen blijkt deze aangelegenheid uitvoerig besproken te zijn. In de verslagen is dit ook vermeld onder aantekening dat deze bespreking niet tot een alternatief heeft geleid» Spreker meent echter, dat dit wel het geval is, zij het misschien niet voldoende genuanceerd, en dat in deze meer de stelregel van gelijke monniken en gelijke kappen gevolgd zou moeten worden. De bepaling van deze verordening betreffende het jaar en het tijdstip van bouw of verbouw, waarvan de belastingplicht afhankelijk is gesteld, geeft de indruk van willekeurig te zijn. Thans lijkt het erop, dat een bepaalde groep van de bevolking voor de door deze belasting te dekken kosten moet opkomen en dat acht hij niet juist. De voorzitter merkt op, dat de betreffende verordening indertijd door de raad zelf is vastgesteld en dat daarbij toen ook opmerkingen in deze geest zijn gemaakt. Ook de vorige raad heeft moeite gehad met deze verordening. Burgemeester en wethouders kennen echter geen redelijk alternatief. Juridisch kan de raad deze verordening natuurlijk wijzigen, maar spreker waarschuwt de leden voor de consequenties hiervan. Hij vraagt de raadsleden om zich ook ten aanzien hiervan in commissionnair verband te treden, daarbij gebruik makende van de ge detailleerde voorlichting ook van de ambtelijke deskundigen» Spreker verwacht, dat dan uiteindelijk tot dezelfde conclusies zal worden gekomen, als de vorige raad kwam. De heer Aerts zegt van oordeel te zijn, dat tijdens de afdelings vergadering voor het begrotingsonderzoek deze aangelegenheid reeds voldoende besproken is. Hij meent, dat het grootste bezwaar gelegen is in het feit, dat thans voor 4 a 5 jaar tegelijk een aanslag is opgelegd. Een jaarlijkse aanslag had waarschijnlijk veel bezwaren voorkomen De heer Luijkx zegt dat hij met met de heer Klep eens is, dat er in de betreffende verordening toch onbillijkheden schuilen. De voorzitter zegt nog eens, dat het college geen verordenings techniek kan volgen, dat niet op de wettelijke voorschriften steunt. Er zal in elk geval een alternatief moeten komen dat in de fiscale wetgeving is toegelaten»

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1970 | | pagina 105