dr meer verouderde gegevens - si binnen -ie f edf zoer - 10 - Bij meerdere belangrijke aspecten is men bij de waardering van een gemeente of gebied -schijnbaar noodgedwongen- blijven uit- f voor meer dynamische gemeenten voor de laatste jaren een enigszins vertekend beeld kan ontstaan. Ernstiger nog achten wij het loslaten, althans het niet consequent doorvoeren van cfe stedenruggedachte voor West-Brabant iet vo» T°r in de toelicKtin,op hot ontwerp zelfèn ter °roVGrleg vele zwaarwegende argumenten waren aangevoerd terwijl eventuele bezwaren door de goed gesitueerde groene z^es a Etten-Leur tussen Breda en Roosendaal is hierdoor •nodeloos bemoeilijkt, terwijl ook aan de gewestelijke functie van Breda door de voorgestelde opdeling in de stedenrug zelf ernstig afbreuk wordt gedaan. 9 eeds voor i960 door de provincie in het uitbreidings plan voorgedragen en goedgekeurde nieuwe tracé voor de provinciale weg Zevenbergen - Etten-Leur, alsmede het gemis van een effectieve aansluiting op de geprojecteerde provinciale wegverbinding Breda - Moerdijk. Op de dezerzijds aangevoerde bezwaref gefeund door de gespreksgroep Breda en de gemeente Zevenbergen, wordt medegedeeld, dat dit in studie is genomen, .aarhet op e an een eventueel nader te bestuderen tracé voor een korte ïn directe erbmdmg op korte termijn aan te leggen tussen het gebied van het arbeidsbureau Etten-Leur en het regionaal industriepark ft en Leur met het Moerdijkplan en met Zevenbergen wordt dezerzijds een 9 1S kan reeds blijken uit het voorstel van gedeputeerde staten aan de provinciale staten over het vast te vooi r urge"^leplan voor secundaire en tertiaire wegen voor de eerstkomende periode van q +0+ 10 a g, dat hierin bezwaarlijk kan worden berust. De in het ontwerp geprojecteerde nieuwe zuid-noord verbinding ten fsten van Etten-Leur biedt in dit opzicht geen enkel perspectief ëóórlUT rgVeffding kennelidk 9een kansen maak op ufvoering voor 1985, terwijl de directe verbinding met het Moerdijkplan ofdëffffrfrsfLferVO°r dan °°k 6en dringend beroep doen - 11 - 24. Behandeling van eventueel docr de leden -schriftelijk- ingediende voorstellen (zie art. 21 reglvan orde), alsmede behandeling van niet op de agenda vermelde onderwerpen, aan de orde te stellen door de voorzitter, een raadscommissie of een lid van de raad, indien een voorstel door twee andere leden wordt gesteund (zie art. 21 en 22 regl. van orde). Zo nodig worden de hierbij te behandelen nagekomen stukken in een afzonderlijke aanvullende agenda opgenomen. 25„ Behandeling van eventuele vragen, welke vóór 21 november 1969 door raadsleden schriftelijk zijn ingediend bij de voorzitter. De raad is, volgens art. 32 van het reglement van orde, bevoegd om een lid toe stemming te geven tot het stellen van een mondelinge vraag. De beantwoording van eventuele vragen van raadsleden, gesteld in de vorige raadsvergadering, vindt zo mogelijk eveneens bij dit agendapunt plaats. 26. Sluiting. vafhetefTSt'' dlt 9ebied aChtSn Wij het opnemen gebiëdfet II721 rdfiffn\en fn °PSedr°n9en afslu^ing van dit ]__-! li,. uGDi_u is aezG wgq van zo nrnnt

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 92