ueJ'fivtiB einstm
m
De heer C. Luijkx vraagt in hoeverre het streekplan bewaarheid zal
worden - Volgens spreker komt er een weg vanaf Willemstad naar rijksweg
17 en vervolgens naar Standdaarbuiten. De grondaankoop voor deze weg
zou volgens spreker in 1970 gerealiseerd moeten zijn, doch de betref
fende weg is niet in het streekplan opgenomen.
De voorzitter veronderstelt, dat spreker het laatste gedeelte van de
Maasroute op het oog heeft. Hij deelt mede een en ander te zullen laten
nagaan en in een volgende commissievergadering hierover informatie te
doen verstrekken.
De heer W. Luijkx zegt, dat op verzoek van de heer Coremans de
rioolaanleg-straataanlegbelastingverordening ter inzage heeft gelegen.
Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat een aanslag over 4 jaren
betaald moet worden.
De voorzitter deelt mede, dat de raad destijds besloten heeft een
dergelijke belasting in te weren. Bij de uitvoering van deze verordening
heeft men volgens spreker te maken gehad met een grote administratieve
rompslomp, waardoor eerst thans de aanslagen verzonden konden worden.
Hij geeft toe, dat de verzending van de aanslagen rijkelijk laat is
geschied. Bij de invordering van grote bedragen zal volgens spreker
echter een grote soepelheid worden betracht.
De heren W. Luijkx, Coremans en Klep vinden het een onbillijkheid,
dat alleen degenen,die na 1 juli 1961 gebouwd of verbouwd hebben,
aangeslagen zijn in de straataanlegbelastingHet is laatstgenoemde niet
duidelijk hoe men aan deze fatale datum gekomen is. Ook kan hij niet
begrijpen, waarom de mensen voor het feit, dat zij verbouwd hebben
wel wegenaanlegbelasting dienen te betalen, terwijl anderen, in dezelfde
straat woonachtig en niet verbouwd hebbende, geen belasting i-ohoc..n
te betalen. Spreker zou deze maatstaven zeer kritisch willen nagaan.
De voorzitter zegt dat zulks naar zijn mening het beste zal kunnen
geschieden in de commissievergaderingen, waarbij deskundig de bepalingen
van de betreffende verordening kunnen worden toegelicht.
De heer Aerts zegt het met de heer W. Luijkx eens te zijn, dat het voor
velen bezwaarlijk is om een aanslag over 4 jaren ineens te betalen.
Volgens spreker zijn de personen, die na genoemde datum gebouwd of
verb mwd hebben, niet of niet voldoende ingelicht over het feit, dat
zij daardoor aangeslagen zouden worden in de straataanlegbelasting.
De voorzitter meent, dat zulks, voorzover mogelijk, wel is geschied,
waarbij hij opmerkt, dat deze aspirant-bouwers z.i., ondanks het feit
dat zij belasting zouden moeten gaan betalen, er niet van te weerhouden
zouden zijn geweest hun bouwplannen toch te verwezenlijken.
De heer Aerts zegt, dat de aanslagen op een z.i. onjuist tijdstip
bij de mensen terecht zijn gekomen, daar de december maand voor velen
een maand is waarin grote uitgaven gedaan worden. Hij wijst erop, dat
eind 1968 in verband met de invoering van de mechanische huurinning
de inwoners ook voor grote extra lasten worden geplaatst. Hij vraagt
zich af of eind 1970 zich wederom een dergelijke situatie
zal voordoen.
De voorzitter zegt, dat dit niet in de lijn der verwachtingen ligt.
De heer Willemse zegt, dat de verordening i.e. destijds door de
toen zitting hebbende raadsleden is vastgesteld. Spreker acht het niet
juist dat besluiten die toen genomen zijn, door leden welke than-
de raad zitting hebben, bekritiseerd worden waardoor de indruk wordt
gewekt, dat de vorige raadsleden het niet goed gedaan hebben. Hij
vraagt of het mogelijk is om de termijn van 30 jaren met ingang van
.eden te laten ingaan.
De voorzitter zegt, dat dan de gehele prcedure opnieuw aanhangig
gemaakt zou dienen te worden, waardoor wederom tijd verloren zou gaan
alvorens de Koninklijke goedkeuring verkregen zou zijn. Voor wat betreft
de opmerking, dat op genomen besluiten door een vorige raad bezwaarlijk
kan worden teruggekomen, deelt de voorzitter mede, dat de raad natuurlijk
in zijn besluiten continu is.