De heer Co Luijkx merkt op dat deze provinciale weg al 10 jaar op het urgentieplan staat. Die is er al opgekomen voordat er sprake was van een MoerdijkplanprojectHij wijst nog eens op het grote belang van deze wegaanleg en bepleit ook de inzending van een motie» De voorzitter zegt een motie te ontraden omdat volgens hem de oplossing ook op een za. meer taktische manier verkregen kan worden» In een goed gestelde brief en gesprek kan de bedoeling van de raad en de verantwoordelijkheid die met betrekking tot deze aangelegenheid door de raad bijzonder sterk gevoeld wordt even goed overkomen» Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Willemse zegt de heer Braat dat de West-Brabander bijzonder verdraagzaam is» Er moet nogal wat gebeuren, voordat de mensen zich hier opwinden» Daarvoor dient begrip te worden opgebracht» Maar in dit geval wil hij nog eens nadrukkelijk stellen, dat hij de willekeurige handelwijze van de provincie aan scherpe kritiek onderhevig acht» De heer Konijn merkt op dat hij, hoewel van origine geen Brabander, het volkomen eens is met de woorden van de heer Braat» Wethouder Luijkx zegt een opmerking te hebben, die in de vergadering nog niet eens ter sprake is gekomen, omdat die hem te elfder ure pas ter ore is gekomen» De geprojecteerde weg loopt door het ruil- verkavelingsgebied» Deze ruilverkaveling heeft in totaal een 12 millioen gulden gekost» Al de gronden vanaf de kom van Etten-Leur/Noord tot aan de brug van Zwartenberg zullen op deze geprojecteerde weg uitwegen» Dit is gedaan omdat van de totstandkoming van deze weg werd uitgegaan» Er zullen grote moeilijkheden ontstaan als de aanleg van deze weg nu zou uitblijven» Een tweede punt is het grote C»HV»-verdeelcentrum, dat nabij de Mark gebouwd gaat worden, met een investering van vele millioenen» Hierop worden l4 boerenbonden aangesloten» Voor een goede verbinding is de huidige weg absoluut ongeschikt en bij het kiezen van deze vestigingsplaats is de C»H»V» ook uitgegaan van de totstandkoming van deze geprojecteerde provinciale weg» De voorzitter zegt bepaald blij te zijn met deze opmerking» Hij meent dat daarmede de beste wijn voor het laatst is bewaard» Zo er nog een argument nodig was is dit toch wel zeer overtuigend» De heer Willemse zegt dat hij helemaal niet bedoeld heeft te zeggen dat de betreffende weg niet nodig is en wix dit nog graag even rechtzetten» De strekking van zijn betoog was om deze oplossing op een zo elegant mogelijke wijze te zien bereiken» De voorzitter zegt blij te zijn, dat ook de heer Willemse het gemeenschappelijk streven ondersteunt, zodat vanuit een eensluidend standpunt gesproken mag worden» De heer C» Luijkx meent te weten dat de provincie indertijd aan de C„HV» heeft beloofd dat deze weg gerealiseerd zal worden» Langs andere wegen belooft hij bij de provincie ook nog eens op deze weg aanleg te zullen laten aandringen» De voorzitter verzoekt hem daarbij dan wel de grootst mogelijke spoed te betrachten» De heer Aert.e heeft opmerkingen op de bij het ontwerp-streekplan gevoegd kaartmateriaal» Deze kaarten zijn allerminst van recente datum, o oao door de daarop nog voorkomende aanduiding van de steen fabriek aan de Roosendaalseweg en de straataanduiding "Moleneind"» Hij vraagt zich af of de ontwerpers wel voldoende op de hoogte zijn geweest met de thans bestaande situatie» Overigens sluit hij zich ook nog graag met nadruk bij de vorige sprekers aan» Samenvattend stelt de voorzitter dat het college gemachtigd wordt om, met als uitgangspunt het overgelegde prae-advies, een adres te zenden, zowel aan de leden van Gedeputeerde Staten als aan de leden van de Provinciale Staten naar aanleiding van eendeels het streekplan en anderdeels de wegenstructuur.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 264