De heer Willemse vraagt zich af wat met het vooronderzoek bereikt zal worden» Als de bagger geen enkele waarde vertegenwoordigt stelt spreker voor om met dit baggeren te beginnen zonder vooraf een onderzoek in te stellen en het te voteren krediet voor andere doeleinden aan te wenden» Op verzoek van de voorzitter zegt wethouder Luijkx, dat het noodzake lijk is een vooronderzoek in te stellen, omdat het uitbaggeren na aanbe steding uitgevoerd moet worden en men moet weten over welke hoeveelheid bagger het gaat dat uit de Leurse Haven gehaald moet worden» Aan de hand hiervan kunnen reële inschrijvingen voor de uitvoering van het werk worden gedaan» Hij zegt desgevraagd toe, dat nagegaan zal worden of dit vooronderzoek wellicht goedkoper kan worden uitgevoerd» De heer C. Luijkx vraagt of met het uitbaggeren van de Leurse Haven het onderhoud van de Laakse Vaart op de achtergrond zal geraken. Wethouder Luijkx zegt dat er z»i» geen enkele reden tot klagen zal zijn wanneer de Leurse Haven wordt uitgebaggerd, zoals dit voor een gedeelte van de Laakse Vaart is geschied. Op gelijke wijze wordt overeenkomstig het voorstel met gunstig advies van de commissie voor openbare werken, gemeentebedrijven en verkeer besloten tot het beschikbaarstellen van een crediet ten behoeve van de aanleg van een riolering in de nog aan te leggen parallelwegen in het industrieplan Mon Plaisir en in het toekomstige bestemmingsplan Grauwe Polder ten zuiden van de Roosendaalseweg door vaststelling van de 4le wijziging der gemeentebegroting 1969 en de 7e wijziging begroting 1969 van het grondbedrijf. De heer Braat vraagt de afbraak van de panden aan de Roosendaalseweg zoveel mogelijk te willen bespoedigen en het vandalisme door de jeugd tegen te gaan. De voorzitter zegt toe, dat burgemeester en wethouders bij de Rijks waterstaat op bespoediging van de sloopwerkzaamheden zullen aandringen. De heer Willemse wijst in dit verband ook op het fabrieksgebouw van Wilro in de Grauwe Polder, v/aar volgens spreker door de jeugd alle ruiten ingegooid zijn. De voorzitter zegt, dat primair de eigenaar dient te zorgen dat zulks niet mogelijk is. Volgens de heer Aerts zal het slopersbedrijf eerst de nog bruikbare materialen uit de te slopen panden halen voordat overgegaan wordt tot daadwerkelijke sloop. De heer Vermeulen vraagt of de rioleringswerken in het openbaar of onderhands zullen worden aanbesteed» De voorzitter zegt dat op het advies van het Ingenieursbureau Mabeg wordt afgegaan welke wijze van aanbesteding op het moment het meest gewenst is. Op voorstel van de heer Braat wordt besloten burgemeester en wethouders nu reeds te machtigen naar bevind van zaken desgewenst tot onderhandse aanbesteding over te gaan» Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders met gunstig advies van de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaren zaken wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot! a. het wijzigen van de Bezoldigingsverordening van het gemeente- personeel b. het wijzigen van artikel l8b van de Bezoldigingsverordening gemeentepersoneel ingaande 1 juli 1969? c. het verlenen van gevraagd eervol ontslag als onbezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand aan de heer J.F.C. van den Braak; d. het toekennen aan het gemeentepersoneel en gewezen gemeentepersoneel van een uitkering in verband met nacalculatie trend 1969 ter grootte van 0,39% van de uitkeringsbasis;

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 241