-59-
Hiortoc kan hot geboorte-overschot vri.i zeker 225 tot 300 per jaar
bijdragen; het gemiddelde vestigingsoverschot zal voor dé komende l4
jaar dan ongeveer 350 tot 500 moeten bedragen.
In een stedebouwkundig survey 1957 werd nog aangenomen, dat een
gemiddelde ontwikkeling van Etten-Leur in 1980 tot 23500 inwoners
zou leiden. Door het E.T.I. wordt thans voor de formele vaststelling
van een nieuw structuurplan een rapport uitgebracht, waarbij de uit
gangspunten van het rapport 1962 nader bezien zullen worden aan de
hand van de reële ontwikkeling sindsdien eri de thans reëel te achten
mogelijkheden voor de toekomst. Hot gemiddelde geboorte-overschot zal
zeker voor de komende jaren lager dan 17°/oo gesteld dienen te worden;
daartegenover kan vrijwel zeker van een hoger gemiddeld vestigings
overschot dan 10°/oo per jaar uitgegaan worden. De gemiddelde bevol
kingsaanwas, welke in het rapport 1962 nog geraamd was op 27°/oo per
jaar, bedroeg in feite over de jaren 1961 t/m 1968 reeds 35,6°/oo per
jaar, ongeveer een derde meer dus.
Eén nadere aanpassing van de prognose 1962 is dus, zoals hieruit
blijkt, beslist geboden.
Onder de bijlagen bij dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens opgenomen;
Bijlage VIII A:
een gespecificeerd overzicht van de bevolkingstoename tot en met 1968
Bijlage VIII B;
een andere ontleding van vestigingen en vertrek van en naar elders
over 1951 t/m 1968 naar gemeentegroepen7:.:
Bijlage VIII C;
een vergelijkend overzicht van de bevolking van Etten-Leur naar de
toestand per 1 januari 19681 januari 19^7 en 1 januari 1955, zoals
kan blijken uit de registratie bij de gemeentelijke bevolkingsadmini
stratie, gesplitst naar religie en parochiegemeenschappen met de aanwas
over 1968.
/-
Hoof dstu k XX
Bestuursorganen en gemeentelijk apparaat
voorlichting