-23- D. Industriële werkgelegenheid. In de nieuwe industrialisatienota, welke aan de Kamer is aangeboden, is Etten-Leur voor de eerstkomende jaren als industrialisatiekern gehandhaafd. Op grond hiervan zijn voor onze gemeente een tweetal regelingen van toepassing op industriële vestigingen en uitbreidingen, waarvan de keuze in principe aan de ondernemers wordt overgelaten. De eerste reductie geeft onder nader omschreven voorwaarden recht op 50% rijksbijdrage in de verkoopprijs van de grond, alsmede op een rijksbouwpremie van 30,-- per m2 bebouwing. Een tweede regeling, de zogenaamde "Investeringspremieregeling" opent de mogelijkheid van een rijksbijdrage ad 25% in de totale investeringskosten (grond, gebouwen en machines). Ook voor industriële uitbreidingen worden subsidies toegekend. Van groot belang voor de industrie is ook de aanwezigheid van een spoorwegraccordementIn 1968 werden 2.700 wagons vervoerd vanaf of naar het station Etten-Leur en het raccordement op de industrieparken I en II (in 1967: +.3.500, 1966: 4.306, 1965s 3-785, 1964: 2.512). Het oog richtend op de concrete industriële activiteiten in 1968 kunnen wij vaststellen, dat in dit jaar opnieuw belangrijke bouwactivi teiten zijn ontwikkeld en vele nieuwe bedrijven zich weer in het industriepark vestigden of daartoe in 1969 zullen overgaan. Verdere industrialisatie in dit gebied blijft echter geboden, vooral met het oog op de snelle groei van de beroepsbevolkingen de voort schrijdende mechanisatie en automatisering. Uiterst belangrijk is in dit verband naast verdere scholing van de beroepsbevolking het tijdig beschikbaar krijgen van voldoende woningen ook voor het hoger en lager kader van nieuwe en bestaande bedrijven. Meer gedetailleerde gegevens over beschikbare terreinen en de industriële activiteiten in Etten-Leur worden voorts nog aan het einde van dit hoofdstuk geboden. De navolgende meer of minder grote uitbreidingen van bestaande bedrijven op het industriepark I en II kwamen in 1968 gereed; N.V. Zwanenburg, N.V. Vriesveem, N.V. Byron Jackson, N.V. Isoverbel en N.V. Tornado, De beide laatstgenoemde bedrijven hebben weer nieuwe uitbrei dingen in aanbouw. Do nieuwe fabriek van de C.V, libero, 14.000 m2 op een complex van 5 Na naast de N.V. Tornado, kwam in 1968 nog niet in bedrijf. Voorts mag voor 1969 nog.de bouw worden verwacht van de N.V. Presso 3.000 m2) en een uitbreiding van de N.V. Jyden met 9^5 ra2, en de N.V. Christensen Longyear met 150 m20 De industrieparken I en II zijn nu geheel uitgegeven. Het Industriepark Vosdonk (III) gaf in 1968 een verdere ontwikkeling te zien. Bij de N.V. Unitas-Serviceeen fabriek voor chemische insektenbestrijdingsmiddelen werd eind 1968 begonnen met een tweede uitbreiding van I.56O m2. De N.V. Supertape, kleefbandindustrieheeft haar bedrijf met 156 m2 uitgebreid. In 1968 werd het bedrijf van N.V. Donszelmann (rijst tafelartikelen) overgenomen door de N.V. Cerutti (chemische produkten). Bovendien kwam in 1968 het Amerikaans bedrijf voor boormachine- installaties "N.V. Christensen Longyear" 1300 m2) op een terrein van 1.50.00 ha gereed. Vervolgens de bouw door de N.V. Internationale Technische Industrie- en Handelsonderneming "Intra" een fabriek van 2.500 m2, op een terrein ter grootte van ongeveer 1.20.00 ha (fabriek van isolatie materialen op thermisch en acoustisch gebied), en de bouw van een fabriek door de Vennootschap onder Firma K. Kleyn en Zn. uit Berg ambacht -24- Deze timmerfabriek zal in eerste instantie 1.800 m2 bebouwen op een terrein ter grootte van I.25.OO ha. Een uitbreiding van de ramen- fabriek van de fa. Brekelmans wordt voorbereid. In dit industriopax-k is nu nog 5 ha bouwrijp industrieterrein beschikbaar. Op het Industriepark "Mon Plaisir" heerste in 1968 een grote bedrijvigheid. De navolgende nieuwe vestigingen kwamen hier gereed: 1. De N.V. Lekapak, een verpakkingsindustrie, met een fabriek van 3000 m2 op een terrein van 1.01,25 ha aan de Nijverheidsweg (nog niet geheel in gebruik 2. De N.V. Grafimex, een offsetplatenfabriekmet een bouw van 860 m2 op een terrein van 3250 1112 3. De N.V. H. Loendersloot een kastenfabriek, met een bouw van 1000 m2 op een terrein ter grootte van 0.45-. 50 ha. Deze drie nieuwe bedrijven bieden thans werkgelegenheid aan 90 per sonen, welk aantal uit kan groeien tot 150. Voorts werden de drie navolgende bedrijven in 1968 in aanbouw genomen 1. de fa. Wevea, een bedrijf voor rooi- lees- en zeefbanden, met een bebouwd oppervlak van 1.100 m2, op een terrein ter grootte van 4750 m2 2. De Zeefdrukkerij en letterstanzerij Euroscreen, met een bebouwd oppervlak van 800 m2 op een terrein ter grootte van 3-500 m2; 3. Het transportbedrijf Evers, met een bebouwing van 250 m2 op een terrein ter grootte van 1500 m2. Deze drie bedrijven zullen in eerste instantie aan 50 personen en in een latqr stadium aan 80 personen werkgelegenheid bieden. Bovendien zullen de navolgende vier bedrijven in 1969 in aanbouw wor den genomen: 1. De Fa. P. Feskons en Zn.Grond-, Water- en Wegenbouw met een bebou wing van voorlopig 350 m2 op een terrein ter grootte van 4800 m2 2. Do Electrodenfabriek H.J. Bouwman, met een bebouwd oppervlak van1 800 m2 op een terrein ter grootte van 3200 m2; 3- Stenko N.V.fabriek voor kleefstoffen voor de bouwnijverheid en woninginrichting, met een bebouwrd oppervlak van 800 m2 op een terrein ter grootte van 3200 m2 4. N.V. Aluminium Handelmij "Alusta i.o.", met een bebouwing van 700 m2 op een terrein van 3^50 m2. Deze vier bedrijven bieden werkgelegenheid aan een 70-tal personen. Dit aantal kan uitgroeien tot 150, Het Industriepark Vossendaal 5 O ha), waar in 1967 Net 150 K, V.- station van de P.N.E.M. gereed kwam, wordt begin 1969 bouwrijp gemaakt. Onderhandelingen o.m. over een bijzonder interessante vestiging op een complex van bijna 5 ha worden reeds gevoerd. Op dit terrein wordt weder een spoorwegraccordement aangelegd. Het Industrieterrein Zwartenberg, 10 ha aan de rivier de Mark, wordt eveneens in 1969 bouwrijp gemaakt. Aan de daar reeds gevestigde isolatiematerialenfabriek van de N.V. Brabant werd eind 1968 een terrein van 1.70.00 m2 verkocht. Over de overplaatsing en uitbreiding van een betonfabriek naar dit complex wordt nog onderhandeld. Uit de op bijlage III B gegeven specificaties en samenvatting blijkt, dat de oppervlakte van industriële bedrijven op gemeentelijke industrieterreinen (op 1 januari 1961: 62.000 m2) in 1968 toëham van 236.500 m2 tot 247.500 m2 op 1 januari 1969. In 1969 of in het eerste halfjaar 1970 zal, naar nu reeds geconstateerd kan worden, deze oppervlakten tenminste 265.000 m2 omvatten. /-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 134