-21 BLand- en tuinbouw. Het aandeel van het gemeentebestuur in de ontwikkeling van deze bestaansbronnen ligt primair in het bevorderen van voorzieningen, welke het leefklimaat in onze gemeente verbeteren kunnen. Daarnaast zal de gemeente op gemeentelijk terrein echter wel die maatregelen kunnen bevorderen, welke de omstandigheden voor een ge zonde ontwikkeling van deze bestaansbronnen gunstig kunnen beïnvloeden. Met de verdere ontsluiting van het landelijk gebied door verharding van landwegen en uitbreiding van elektrificatie en waterleiding, wor den mede grote agrarische belangen gediend. Op andere plaatsen werd hiervan reeds melding gemaakt. Dit geldt eveneens voor de overdekte veemarkthal, waarin niet alleen een wekelijkse veemarkt voor West- Brabant wordt gehouden, maar waarin ook regionale of interprovinciale organisaties op het terrein van de rundveefokkerij in 1968 opnieuw activiteiten ontwikkelden (zie hiervoor hoofdstuk II en VI). De ontwikkeling van het land- en tuinbouwonderwijs is ook elders beschreven. Overwogen wordt de eventuele verplaatsing van de loveringsplaats voor tuinbouwprodukten in Etten-Leur/Centrum. Door gemeentelijke planologische maatregelen in bestemmingsplannen en bouwvergunningbeieid wordt het landelijk gebied zoveel mogelijk voor agrarische doeleinden gereserveerd en mede hierdoor een verder gaande versnippering hiervan voorkomen. Ruilverkavelingsobjecten in Etten-Leur en verbetering van secundai re waterlossingen in 1968 zijn eveneens bij hoofdstuk II beschreven. Uit de opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het gebruik van de bodem, zoals dit door de Topografische Dienst werd opgemeten, bijgewerkt naar de toestand op 1 januari 1967, blijkt, dat, terwijl de gemeente een totale oppervlakte heeft van bijna 5900 ha, ongeveer 5070 ha als cultuurgrond in gebruik is. Do resterende 830 ha wordt gevormd door 430 ha woonwijken en industrieterrein, 140 ha wegen en water en tenslotte 260 ha bossen, woeste grond en onland, deze laatste groep overwegend in het zuiden van de gemeente. Voor het gehele rayon van het arbeidsbureau Etten-Leur (57.000 inwoners, waarvan 28.400 mannen) waren in 1966 ongeveer 3.50O mannen en 990 vrouwen werkzaam in de landbouw. Het aantal bezette arbeids plaatsen in de landbouw neemt, ondanks enige intensivering in de vorm van tuinbouw, nog steeds verder af. (zie hiervoor ook bijlage III A) Volgens het gemeentelijk bevolkingsregister hadden per 15 juli 1966 548 personen als beroep opgegeven: landbouwer (405) of tuinder 143 met een eigen bedrijf (per 1-4-1962; 492). Het aantal landbouwers of tuinders zonder eigen bedrijf bedroeg op 15 juli 1966: 122 (per 1-4- 1962; 355)Het aantal landarbeiders op 15 juli 1966 bedroeg; 23 (per 1-4-1962; 109 Teneinde ook in deze sector over meer actuele cijfers te kunnen beschikken wordt de bevolkingscontrole in januari 1969 aangegrepen om nieuwe gegevens te verkrijgen over de beroepen en de werkgemeente. Deze gegevens zullen in het jaarverslag 1969 verwerkt kunnen worden. -22- handel en ambacht. In het gewest van het arbeidsbureau Etten-Leur, omvattende de gemeenten Etten-Leur, Hoeven, Rucphen, Rijsbergen en Zundert (ruim 57.000 inwoners) waren in de dienstensector (handel, winkelnering, horecabedrijven, kantoren enz., met uitzondering van de z.g. "koppelbazen") in 1966 ongeveer 4.290 mannen en 1.900 vrouwen werkzaam. Do toename in de dienstensector bedroeg in 1966 90 mannen en 400 vrouwen. Vooral in Etten-Leur woi dt deze diensten sector steeds belangrijker (zie hiervoor ook bijlage III A). Blijkens een telling por 15 juli '19o6 waren er in deze gemeente op die datum 145 winkeliers, 3 filiaalhouders en 170 winkelbedienden. Uit de reeds eerder genoemde bevolkingscontrole in januari 1969 kunnen ook voor deze sector meer actuele gegevens over beroep en werkgemeente verkregen worden, welke in hot jaarverslag 1969 opgenomen zullen worden, In Noord, nabij de Concordialaan, werd grond verkocht ten westen van de Baai voor de houw van enkele buurtwinkels. Nabij heo station worden nog plannen voorbereid voor enkele voor deze omgeving wenselijk geachte winkels, mede gericht op het reizigersverkeeralsmede voor kantoorruimte met boven woningen. Het overdekte streekkoopcentrumnabij rijksweg 56, bleef zich ook in 1968 goed ontwikkelen. Ruim 25 winkelbedrijven, waaronder een groot waren huis (Horna), met een totale bedrijfsoppervlakte van bijna 11.500 m2, gegroe peerd om drie binnenpleinen, zijn nu in bedrijf, terwijl op het aanliggende Parkeerploin in de omgeving van een auto-servicestation ruim 500 auto's geparkeerd kunnen worden. Door de exploitanten van het winkelcentrum is voor uitvoering in 1969 een nieuw uitbreidingsplan voorbereid, waarbij het winkelcentrum aan de oostzijde wordt uitgebreid tot aan de autoparkeerplaats, waarbij de toegang vanaf dit plein geheel overdekt zal worden. In deze uitbreiding zullen behalve een grote drogisterij en banketbakke rij een grote supermarkt (Albert Heyn) met een bedrijfsoppervlakte van 2200 m2 gevestigd worden met groentenafdeling, slagerij en afdelingen voor levensmiddelen, textiel en huishoudelijke artikelen. In aansluiting hierop zullen langs de autoparkeerplaats nog zeven winkel eenheden gebouwd worden. De Supermarkt en de drogisterij zijn tot dusver in kleinere winkeleenheden in het centrum ondergebracht. Het C.O.M. -thans C.i.M.K. geheten- achtte na onderzoek gunstige moge lijkheden aanwezig voor de exploitatie var. 12 winkelbedrijven aan het van Bergenplein. De zuidelijke winkelwand -5 winkeleenheden- werd in 1968 vol ledig in bedrijf genomen. De bouw van de westelijke pleinwand (een horeca bedrijf en 5 a 6 winkels), waarvoor bouwrijpe grond aan het inmiddels ver harde plein beschikbaar is, zal in 1969 nader aan de orde gesteld worden. Meerdere verbouwingen en uitbreidingen van bestaande middenstandszaken kwamen in 1968 tot stand. In het wijkwinkelcentrum aan de Kerkwerve in Etten- Leur/Zuid deed zich een enkele bedrijfswisseling voor. Aan de Markt zal in 1969 een supermarkt gevestigd worden. Een bouwplan voor een aangepast cafetariacomplex bij de toegang tot het spoorwegstation zal in 1969 tot uitvoering komen. Eind 1968 kwam de restauratie en verbouwing van het voormalige koetshuis van kasteel do Nobe— laer ten westen van de Markt tot een horecabedrijf (bar met nachtvergunning) gereed. Aan de Markt werd een chinees restaurant geopend. Een voormalige boerde rij aan de Baai, welke op de monumentenlijst staat, werd verkocht en zal in 1969 gerestaureerd en omgebouwd worden tot een horecabedrijf, het eerste in de nieuwe woonwijken in Noord. De beide Boerenleenbanken openden eind 1968 filialen in noodgebouwen aan de Spooriaan nabij het station en aan de Concordialaan ten westen van de Baai. Bouwplannen voor permanente filiaalgebouwen worden voorbereid.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 133