Hoofdstuk III -18- Economische aangelegenheden A. Beroepsbevolking - B. Land- en tuinbouw - C„ Handel en ambacht - D. Industriële werkgelegenheid. Beroepsbevolking Per 1 juli 1968 is uit het gemeentelijk bevolkingsregister, na beroepen- controle op basis van eigen opgave, uit uitvoerig gespecificeerd overzicht van de beroepsbevolking samengesteld. De in deze overzichten vermelde categorieën stemmen niet geheel overeen met de door het C,B.S. uit de volkstellingen 1947 en i960 gepubliceerde gegevens. Daarnaast zijn ook nog vermeld soortgelijke cijfers over 1967, afkomstig van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur maar deze hebben in tegenstelling tot de hierboven genoemde overzichten uit sluitend betrekking op de mannelijke beroepsbevolking Etten-LenrZie hiervoor Bijlage III A. Hieruit blijkt o.m., dat in 1947 40% van de bevolking l6 jaar en ouder) tot de beroepsbevolking behoorde en in 1968 32% (meer stude renden). Het percentage van de totale beroepsbevolking werkzaam in de land- en tuinbouw bedroeg in 1947 40%, in i960 21% en in 1968 11%. Het percentage van de totale beroepsbevolking, werkzaam in de nijverheid (industrie, ambachten en bouwnijverheid) steeg van 1947 tot 1968 van 31 naar 47%. De dienstensector (overige beroepen inbegrepen) nam van 1947 tot 1968 voor de totale beroepsbevolking toe van 31% naar 42%. In bijlage III A zijn ook nog enkele overzichten gegeven over de mannelijke beroepsbevolking en de bezette arbeidsplaatsen in 1967 en 1968 in het gehele rayon van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur, omvattende de gemeenten Etten-Leur, Hoeven, Rucphen, Rijsbergen en Zundert met 57-000 inwoners. Beze cijfers geven de gemiddelden aan over de genoemde jaren. Voorts is op deze bijlage opgenomen een gespecificeerd overzicht ^an bezette arbeidsplaatsen in 1968 in de dienstensector door personen, woonachtig in het rayon van hot ..rbeidsbureau Etten-Leur (5 gemeenten). Dit omvat in "totaal 6.870 personen, waarvan 5.O80 mannen en 1.790 vrouwen. Overeenkomstige opgaven, uitsluitend voor de bevolking uit Etten-Leur, kunnen in een volgend jaarverslag verwacht worden uit de in januari 1969 te houden bevolkingscon trole, In 1968 werd van gemeentewege aan de Stichting Noord-Brabant voor schooi en beroepskeuze te Tilburg subsidie toegekend voor individuele onderzoeken. Voor oud en jong geeft het rijksarbeidsbureau beroepenvoorlichting en maakt beroepskeuze-onderzoek mogelijk, terwijl de beroepsvoorlichting op de middel bare scholen in 1968 eveneens mede worde gegeven door het arbeidsbureau. Tenslotte geeft ook do aan de schoolartsendienst verbonden psycholoog advies over een mogelijke schoolkeuze, mede gericht op het toekomstig beroep, primair bij leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. Woon- en werkforensen Volgens de volkstelling i960 waren er toen in onze gemeente in totaal _t 1.050 woonforensen (wonen in Etten-Leur, werken elders); hierbij waren betrokken 170 vrouwen en 880 mannen. Hiervan werkte ongeveer een derde °P vrij grote afstand van de woonplaats (meer dan 25 km). Uit de gegevens, verkregen bij de laatste jaarlijkse bevolkingscontrole, is gebleken, dat eind 1968 er in Etten-Leur in tcfcaal 1.580 woonforensen waren, Waarvan 200 vrouwen en 1.380 mannen. Naar plaats of landsdeel kan hiervan de vdgende specificatie gegeven worden, waarbij het in het voorafgaand aantal begrepen vrouwen tussen haakjes vermeld worden, Rucphen 87 (9), Rijsbergen 22 (2), Hoeven 25 (7), Zundert -, Prinsenbeek 42 (6), Zevenbergen 52 20Breda 613 (ll6), Oudenbosch 37 5Roosendaal 70 (9), Oo sterhout 17 (l), overig West-Brabant 27 (6), overig Noord-Brabant 110 (8), Dordrecht e.o. 106 (3), Rotterdam e.o. 243 (5), overig Nederland 119 (3), België 10 (-). Hierbij werd gebruik gemaakt van de navolgende vervoermiddelen; fiets (58), bromfiets (224), motor of scooter (3), luxe auto (497), volkswagenbusje (340), openbaar busvervoer (107), speciaal busvervoer (200), trein 179

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 131