Ill nderdaad, mijne heren, ik dool hier op een twéétal beleidsstukken, te weten: de nota van de ministers van Economische Zaken en Sociale aten met betrekking tot hot toekomstig regionale beleid, -welke in 1968 verscheen- en, in context hiermede, het streekplan voor West- orabantdat in 1969 zal worden vastgesteld. Allereerst de industrialisatienota! Dit is een gegeven: Etten-Leur is, zoals ook objectief verwacht mocht worden, kerngemeente gebleven en het ter beschikking gestelde instrumentarium is er niet minder op geworden, al hadden wij gaarne gezien, dat deze nota ook, expressis verbis, enige klimaat verbeteron de maatregelen had doen herleven voor het gehele aangrenzende nood- gebied. Maar wat ónze gemeente, eenmaal in dit stadium van haar ontwik keling, móést nastreven, -wil zij niet tussen wal en schip vallen- krijgt m deze nota alle steun en perspectief: uitgroei tot een vol waardig regionaal centrum! Hiertoe wijzen de ministers op de noodzaak hunnerzijds van een gecoördineerde aanpak. Immers: industrialisatie alleen is, zoals wij uit eigen ervaring weten, onmogelijk, indien de ravitaillering door andere departementen stagneert of niet synchroon is. Daarom moet deze coördinatie zich ook uitstrekken tot de departementen van Onderwijs en -met het oog op de financiering- van Binnenlandse Zaken. Bij deze coördinatie komt de realisering van een aantal"projecten in het bereikdie voor de leefbaarheid van de streek én de bruikbaar heid ervan door de streek, niet dicht genoeg bij de deur kunnen staan. Hot aantrekken hiervan behoeft -wij hebben dit zeer wel overwoqen- het bestaan van soortgelijke instituten elders, -aanwezig of gepland- met m de weg te staan. En dan denk ik hier behalve aan een uitbreiding van de bestaande L.l.s. o.m. met een afdeling voor Individueel Technisch Onderwiis- aan de stichting van een eigen M.T.S. -voorheen U.T.S.-; vervolgens' aan de oprichting van een streekziekenhuis, zodra van "overbedding e ders geen sprake meer is. Hierdoor zou de ideale situatie worden énrÜoÏ !at °P.één ^rkterrein en toch duidelijk van elkaar gescheiden en een ziekenhuis en een bejaarden- en verpleegcentrum én een psychia trisch ziekenhuis aanwezig zijn! Tenslotte denk ik hier aan de stichting van een Athenaeum. Dan horfzon. fch°^n9emfenschaP Etten-Leur haar logische én noodzakelijke horizontale afbouw bereikt, nadat in 1968 de Kweekschool reeds in deze gemeenschap is opgenomen. Ik kan U met de grootste waardering voor het werk, dat hiervoor "scholcnnlan°Gdedelen' dat dit Athenaeum inmiddels in het zogenaamde scholenplan-' is opgenomen en dat de stichting ervan waarschijnlijk reeds het volgend jaar een feit zal zijn. Dit wat enkele perspectieven betreft, indien op rijksniveau een beroep op gecoördineerde medewerking kan worden gedaan. In de industrialisatienota wordt om dezelfde redenen terecht ook gewezen op de noodzaak van samenwerking binnen de streek, waarin de stimuleringskern gelegen is, hetgeen, dacht ik, in do gelukkige situatie, waarin West-Brabant met haar uitgesproken gewestelijk centrum woarach? m°et betckenen' dat bepaalde coördinaties duidelijk en lï info V" 9ewestelijk kader geïntegreerd - worden. Het overleg- en informatiecentrum voor West-Brabant is daar naar mijn mening een eerste proeve van. hotEï^t'nn'1,jnLher0T de contoxt™r van de industrialisatienota en het West-Brabantse streekplan. centri onY'* V^, begripPen als regionale en gewestelijke de functi Gr dG Publicatia« hierover in de pers-, dat werdeï oestlfd 0™Z gGmGente in alle versies, welke ter discussie ten van rooi Gr enning vindt als sub-regionaal centrum met elemen ten van regionaal formaat.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1969 | | pagina 118