I
Gemeente Etten-Leur
Jaarrede
van de burgemeester van Etten-Leur, uitgesproken bij de aanbieding van het
Jaarverslag 1968»
Mijne heren,
Eens per jaar zet U de gemeente tegen de maatstok en U laat in het
jaarverslag -geannoteerd- vastleggen, met hoeveel streepjes zij sinds
de laatste opname is gegroeid.
Het waren er in 1968 vele!
Ik constateer dit met een dankbaar hart, want alles kwam tot stand
door Uw besluitvaardigheid, de totale inzet van bestuurlijke en
ambtelijke medewerkers, de steun van de hogere overheid, de medewerking
vanuit de streek en niet in de laatste plaats ook door de actieve en
inventieve inbreng vanuit het particulier initiatief ter plaatse.
Het aantal inwoners steeg met 752 tot 19.076. Dit is in absolute
zin de grootste bevolkingstoename na de oorlog; in procentuele
benadering, genomen over een tijdvak van 10 jaren, betekent het een
inlopen met een derde op de meest optimistische prognoses, t.w. 30.000
inwoners per 1 januari 1980.
Het bedrag aan bouwergunningen vertoonde een totaal van
21.500.000,--, een recordbedrag, zelfs als men het vergelijkt met
1967, dat ten opzichte van het voorafgaande jaar een sprong te zien
gaf van bijna 100%.
Er werden 308 woningen opgeleverd en nogmaals 306 in aanbouw genomen,
een totaal dus van 6l4 woningen, hetgeen ten opzichte van 1967 een
stijging betekent van ruim 20%. Daartegenover staat -en U ziet hoe
relatief alles is— het feit, dat in 1968 het aantal "ingoschrevsn"
woningzoekenden -de werkelijke woningbehoefte ligt aanmerkelijk hoger-
met ongeveer een gelijk percentage steeg, in casu tot 800.
Wij zouden dan ook ernstig verontrust moeten zijn over de relatief
geringe toewijzing van woningwetwoningen voor 1969 ware het niet, dat
wij alle vertrouwen hebben, dat èn het provinciaal bestuur èn het
ministerie alsnog wegen zullen vinden om door aanvullende toewijzingen
aan onze uitzonderlijk grote behoefte op dit punt verder tegemoet te
komen.
Op de gemeentelijke industrieterreinen kwamen 4 nieuwe vestigingen
gereed, terwijl er nogmaals 8 nieuwe bedrijven in aanbouw of in voor
bereiding werden genomen. Daarenboven kwamen een tiental uitbreidingen
van bestaande industrieën aan de orde, waarvan ook enige met de allure
van een nieuwe vestiging. Tesamen verruimen zij de industriële bedrijfs-
opp er vlakte met 23.000 m2, waardoor in 1969 het totaal op minstens
265.OOO m2 zal worden gebracht. Aan gemeentelijk industrieterrein is
dan aan 74 bedrijven HO ha uitgegeven. Daarna is -dank zij bijzondere
inspanningen gedurende 1968- weer voor nieuwe vestigingen beschikbaar
ruim 80 ha, waarvan 10 aan vaarwater en 40 voorzien van spoorwegraccor-
dement. Over de uitgifte van ruim 6 ha hieruit bestaat op dit moment
t. reeds zekerheid of een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid.
I
