H o o fdstuk III T^.nnische a^nplfiaenheden A. Beroepsbevolking - B. u-a- - - -bMht D. Industriële werkgelegenheid. A" eroepsbevolkingm0onteliik bevolkingsregister, na beroe- Per 15 juli 1966 is uit nat uitvoerig gespecificeerd over- pencontrole op basis van eigen opga Etten-Leur. zicht samengesteld van de berocpsoev stemmen niet geheel overeen De in deze overzichten vermelde ca 4? en 1960 gepubliceerde met de door het C.B.S. uit de voxkstel g ijRe cijfers over 196?, gegevens. Daarnaast zijn ook nog Etten-Leur, maar deze hebben afkomstig van het gewestelijk ai Jn overzichten uitsluitend betrek- in tegenstelling met de hierboven geno - n_Leuro Zie hiervoor bijlage king on de mannelijke beroepsbevo nn - 1947 40% van de bevolking HI A. Uit Feze cijfers blijkt o.m., f** behoorde en in 1966 32% (meer (16 jaar en ouder) tot de beroepsbevolking beroepsbevolking werkzaam in studerenden). Het percentage van ae ^6o 21> en in 1966 13%5 de land- en tuinbouw bedroeg m 19 mannel iiike beroepsbevolking, het percentage van 13% gexdt tcveno werd verwacht, dat de landbouw In de eerder genoemde stu^®"°*®u dalen tot ongeveer 700 mannen en luO bevolking in de periode tot 190 bGreikt blijkt te zijn. vrouwen, welk peil in 1967 nu reeds bere werkzaam in de mjyer- Het percentage van de total^ ^"ZerZA) s^eg van 1947 tot 1966 van heid (industrie, ambachten en bevoiking was dit zelfs 58/0, he,jx.cn 30 naar 47%. Voor de mannelfjk£ 1 dienstensector meer vrouwen werkzaam verklaarbaar is, omdat relatiex n inbegrepen) nam van 1947 to, zijn. De dienstensector (overig ^0% naar 40%. Van de mannc~m.,e 1966 voor de totale beroepsbevolking d0 dienstensector werkzaam, beroepsbevolking was in 19 7 ongeve sbevolking in de nijverheid ...11 Volgens de studienota 1962 Q00 6500 en in de dienstensector de periode tot 1980 nog stijge" handel en verkeer en 2.300 a tot 3.8OO a 4.700, waarvan 1.500 a 2.u 2.700 in overige beroepen. r>nkele overzichten gegeven over de manna In bijlage III A zijn ook ™»o^e^beid.pla.taen in 1966 en 1967 in lijke beroepsbevolking en -- arbeidsbureau Etten-Leur, omvattende het gehele rayon van hex geves Gx^cpben, Rijsbergen en Zundert met de gemeenten Etten-Leur, ,rlo®VG de gemiddelden aan over de genoemde 55.000 inwoners. Deze cijxe,s Qx jaren. ,1flenomen een gespecificeerd overzicht van Voorts is op deze bijlage op ns^ensector door personen, woonachtig in bezette arbeidsplaatsen in de ?52 personen, waarvan 1.439 mannen en Etten-Leur. Dit omvat in totaa t*e arbeidsplaatsen in de dienstensector 313 vrouwen. Een opgaaf van oeZ een andere gemeente, kan voor 196/ in Etten-Leur door personen, W° elijking VOor enkele markante categorieën nog niet gegeven worden. Ms VC1. n"ir)-0 360 personen werkzaam waren in de moge gelden, dat in Etten-Leur 1»^ - „ventersi!en in 1967 650 personen handel (228 mannen, waaron er ^rsQnen (49 mannen) werkzaam in de sector (500 mannen). In 1950 warenx ^nnen^ 9Q personen (42 mannen) waren in "vervoer" en in 1967i,J 'in 1967: 170 (150 mannon). 1950 in de horecasector we;f aan de Stichting Noord-Brabant voor In 1967 werd van gemeen ®^®burg subsidie toegekend voor individuele school- en beroepskeuze e o^on oeeft het rijksarbeidsbureau beroeponvoor onderzoeken. Voor oudere ^®°"onderzoek mogelijk. Tenslotte geeft ook de lichting en maakt beroeps v®c^bonden psycholoog advies over een mogelijke aan de schoolartsendiens toekomstig beroep, primair bij leerlingen schoolkeuze, mede gericht op ne met leer- en opvoedingsmoeil13c ea Woon- en werkforensei^ d96o waren er toen in onze gemeente in totaal Volgens de volkste ing^" dn"~£.j. ten-Leurwerken elders); hierbij waren -L 1050 woonforensen wone mannen. Hiervan werkte ongeveer een derde betrokken 170 vrouwen en öov a op vrij grote afstand van de woonplaats (meer dan 2p km).

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1968 | | pagina 137