**3
Het hoge rentepeil betekent uiteraard voor de gemeente eveneens
een aanzienlijke lastenverzwaring op de ontwerp-begroting 1967
In de raming voor onvoorziene uitgaven 19&7 f 52.000,--) kon
uiteindelijk slechts een bedrag van ongeveer 20.000,worden
gereserveerd voor de kapitaalslasten van nog niet goedgekeurde
kapitaalsobjecten 1966, (3e fase sportparkaanleg en enkele on
derwij sobjectenterwijl in 1966 in de post voor onvoorziene
uit' -en 84.000,--) buiten de normale raming voor onvoor
ziene uitgaven van 1,50 per inwoner nog 56.000,-- voor
nog niet goedgekeurde kapitaalscbjecten en andere uitgaven be
stemd kon worden.
Deze moeilijke begrotingspositie wordt in aanr.:.onlijke mate mede
veroorzaakt door de 2e jaar-korting (2/5 of 166.000,van
de garantie-uitkering uit het gemeentefonds 415.000,--).
Deze garantie-uitkering kan nog verlaging ondergaan -waardoor
dus ook de korting verminderd kan worden- door een te verwachten
"verfijningsuitkering" uit het gemeentefonds voor riolering en
-'••aar dit is nog onzeker- voor klein-stedelijke gemeenten.
Daarnaast kan een doeluitkering voor wegen en -op langere ter
mijn- reeds lang aangekondigde, maar steeds weer uitgestelde
maatregelen tot verruiming van het plaatselijk belastinggebied
voor de toekomst iets neer ruimte bieden.
Bij de inkonstraningen in de begroting 1967 oefende uiteraard
de bevolkingstoename 1966 van ongeveer 700 inwoners een gunsti
ge invloed uit door hogere gemeentefondsuitkeringen van ongeveer
70.000,--.
Voor een aantal voorbereide nieuwe kapitaalsobjecten is in deze
-rp-begroting 19&7 n°9 geen dukking aanwezig en dozo zal dus
verkregen moeten worden uit extra-inkomsten, waarbij ondermeer
aan een beperkte verhoging van enkele daarvoor in aanmerking
komende belastingen en tarieven niot zal zijn te ontkomen, wil
men althans een doel van deze voorbereide voorzieningen tot
uitvoering kunnen brengen.
Daarbij zal dan echter tevens een oplossing gevonden moeten wor
den voor het tekort aan vaste financieringsmiddelen, dat in het
gemeentelijk beleid thans onevenredig grote belemmeringen met
zich brengt.
De ontwerp-begrotingen 196?' zullen in twee afdelingen van de
raad aan een nader onderzoek worden onderworpen. Hef antwoord
van burgemeester en wethouders op vragen en suggesties uit deze
afdelingen zal in het agendadossier ter inzage gelegd worden.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het opnieuw nemen van een
voorbereidingsbesluit met betrekking tot een gebied direct ten westen
van de Bisschopsmolenstraat in het toekomstige bestemmingsplan Etten
Leur-Zuid (westelijk deel).
Voor het gebied gelegen tussen de Bisschopsmolenstraat en de
Grauwe Polder wordt een bestemmingsplan voorbereid, aangepast
aan de nieuwe wettelijke voorschriften voor de Ruimtelijke Orde
ning. Dit gebied heeft in het plan in hoofzaak een voorlopige
bebouwing -werende bestemming gekregen met uitzondering van een
strook grond ter diepte van 100 r.i, gelegen langs de iirestzijde
van d3 Bissoh-psmolenstraat vanaf nummer 54 tot aan het Withof.
Aangezien het voor een goede ontsluiting van dit plan gewenst is
ook hier voortijdige bebouwing of verbouwing te weren, werd op
16 februari 1966 door de raad reeds een voorbereidingsbesluit
genomen, dat zijn geldigheid na één jaar verliest, maar waarvoor
thans voorgesteld wordt dit besluit opnieuw voor één jaar vast te
stellen.
Verwacht mag worden, dat het bestemmingsplan voor het gebied tus
sen Bisschopsmolenstraat en Grauwe Polder in de loop van 19^7 aan
de raad ter vaststelling kan worden aangeboden.