-2-
Indien de gemeente een dergelijk apparaat niet zelfstandig kan
oobouwen, moet worden gestreefd naar samenwerking met- andere
gemeenten of distributie—eenheden# Als norm wordt een minimum
gesteld van 10.000 aansluitingen per bedrijf.
De N.V. Nederlandse Gasunie, de Commissie Samenwerking Regionale
Organen Gasvoorzieningalsmede Gedeputeerde Staten wijzen op de
noodzaak van een goed distributie-apparaat en de hiervoor gewenste
samemirerking
De bestaande regelingen tussen de gemeente Roosendaal en Nispen
en Etten en Leur en Oud en Nieuw Gastel wordt vervangen door een
nieuwe uniforme regeling, waarbij het gebied wordt uitgebreid
met de gemeenten Steenbergen, Zevenbergen en Nieuw-Vossemeer.
3elangrijke afwijkingen van de bestaande regeling zijn:
bet vormen van een college van gedelegeerden uit de deelnemen
de gemeenten. Dit college adviseert het gemeentebestuur van
Roosendaal in belangrijke beleidszaken b.v. begroting, rekening,
tarieven en leveringsvoorwaarden, gasinkoopcontracten e.d.
de wijziging in de winst- en verliesverdelingVolgens de
bestaande regeling draagt Etten-Leur de verliezen van de gas-
exploitatie en komt van de winst 50% ten bate van elke gemeen
te. In de nieuweregeling komen de verliezen en winsten voor
40% ten laste/ten bate van Roosendaal en voor 60% ten laste/
ten bate van Etten en Leur. In verband met kosten van omschake
ling op aardgas zullen de winsten en verliezen tot 1 januari
1973 v/orden gereserveerd c.q. geactiveerd. Daarna wordt het
saldo verrekend.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de Wacht
geld - verordening.
Op advies van het Centraal Bureau inzake de gemeenschappelijke
behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden wordt
een nadere omschrijving van het begrip "diensttijd" voorgesteld.
Daar over de wijziging overeenstemming is met de organisaties
kan overleg met de plaatselijke commissie voor georganiseerd
overleg achterwege blijven.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
van algemeen financieel beheer en ruimtelijke ordening tot het vast
stellen van de Verordening opcenten personele belasting I967/I968.
Over het belastingjaar 1966/1967 werden 150 opcenten geheven. In
afwijking van vroegere opvattingen stelt de Minister van Binnen
landse Zaken voor aanvullende uitkeringen uit het gemeentefonds
o.a. de voorwaarde, dat tenminste 200 opcenten op de personele
belasting worden geheven. Gezien de in uitvoering en in voorbe
reiding zijnde werken is de heffing van 200 opcenten gewenst.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
voor algemene zaken over de volgende onderwijsaangelegenheden
a. verzoek om medewerking ex. artikel 72 der L.O.-wet 1920 van het
bestuur van de R.K. juvenaatsulo voor de aanschaffing van leer
middelen voor de le klas, vervanging van het schoolmeubilair
van de 5e klassen en het aanpassen van het sanitair.
Deze school wordt met ingang van 1 augustus 1967 een gemeng
de school, zulks voort-uitlopende om het inwerking treden
van de Wet op het voortgezet onderwijs. In verband hiermede
dient het sanitair aangepast te worden, terwijl ook de leer
middelen voor het eerste leerjaar aangepast moeten worden.
Ten aanzien van het meubilair in 5 klassen delen wij U mede,
dat dit meubilair niet voldoet aan de medisch-hygiënische
eisen.