- 11? - Bevolkj In het stedebouwkundig survey, dat aan net. geraeentebestuui in j-962 werd uitgebracht en dat ten grondslag ligt aan het structuurplan voor de stedebouwkundige ontwikkeling tot 1980, wordt voo* e^n nnniauni Prognose uitgegaan van een gemiddeld geboorte-overschot van 1? o/oo Per jaar en van een migratie-overschot van 10 o/oo per jaar (ongeveer een derde van het migratie-overschot 1962 dus). Deze minimaal te verwachten ontwikkeling zou r eado lexeen coi ee" inwoneraantal per 31 december 1980 van 25.500. De verwachting is echter, dat de werkelijke ontwikkeling hier belangrijk bovenuit zal gaan. In het survey wordt als maximale prognose per 31 december 1980 aangenomen 31.500 inwonerseen gemiddelde ontwikkeling zou dus in 1980 leiden tot ongeveer 28.500 inwoners, te bereiken bij een gemiddelde oevolkingsaan- was per jaar van ongeveer 7°0. Hiertoe zal het geboorte overschot V,r^f zeker 275 tot 350 per jaar bijdragen; het gemiddeld migratie-overschot zal voor de komende 15 jaar dan ongeveer 325 tot 450 moeten bedragen. In een stedebouwkundig survey 1957 werd nog aangenomen, dat een ge middelde ontwikkeling van Etten-Leur in 19S0 tot 23.500 inwoners zou leiden Aan het einde van dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens opgenomen: A. een gespecificeerd overzicht van de bevolkingstoename tot .en, net .1965; S. een nadere ontleding van vestigingen en vertrekdagen naar ,elder_s over 19 51 t/m 1965 naar aemeentegroepenj^ C" SS2.vergelijkend overzicht van da bevolking van Etter, on Lour naar de toestand per 1 januari 1966, 1 januari 1965 en 1 januari .,9 59, zoals kan blijken uit de registratie bij de gemeentelijke bevolkngs- administratie, gesplitst naar rellai^gUE^gSfetf Be aanv/as over 1965.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1966 | | pagina 245