Hoofd stuk III
- 45 -
Economische aangelegenheden.
Beroepsbevolking - B. Land— en tuinbouw - C. Handel en Ambacht
Industriële werkgelegenheid.
Beroepsbevolking-
jjxt de gegevens van het centraal bureau voor de statistiek uit de
volkstelling°31 mei 1960 kunnen voor Etten-Leur de navolgende ge
gevens worden verkregen.
Bij een inwoneraantal van ongeveer 14t000 in 1960 behoorde onge
veer 35% (ruim 4.900) tot de beroepsbevolking. In 1947 was dit nog
40%. Van de beroepsbevolking was ongeveer 21% (in 1947: 39%) werk
zaam in de land— en tuinbouw49% in de nijverheid industrie—ambacht
en bouwnijverheid) (in 1947 maar 31%) 12% (1947* 154) in handel en
verkeer. 18% (1947: 16%) behoorde tot overige beroepen of was het
beroep niet bekend. In 1947 vormden de vrouwen ongeveer 30% van de
totale beroepsbevolking, in i960 nog geen 25%.
Uit deze cijfers, die in het jaarverslag 1963 uitvoeriger gespe
cificeerd werden, blijkt wel de sterk gewijzigde verhouding tussen
landbouw en nijverheid in onze gemeente. Het aantal mannen in de
landbouw verminderde in deze periode -absoluut genomen- met ruim
40% en dit ondanks de sterke bevolkingstoename. Voor de provincie
Noord-Brabant bedraagt deze vermindering -absoluut genomen- ongeveer
33%*
In de reeds eerder genoemde studienota 1962 voor de toekomstige
planologische ontwikkeling wordt verwacht, dat in de periode i960 tot
1980 de landbouwbevolking in onze gemeente nog verder in aantal zal
verminderen (vooral de vrouwen) tot ongeveer 700 mannen en 100
vrouwen.
Het aantal personen in de andere beroepscategorieën zal volgens
deze prognose meer dan verdubbeld worden, waarbij verwacht wordt,
dat het aantal personen in de nijverheid zal stijgen van 2.U-00 tot
5.000 6.500, in handel en verkeer van 570 tot 1500 4 2.000 en in
de overige beroepen van 870 tot 2.300 a 2.700. Verwacht wordt hier
bij, dat de totale beroepsbevolking van Etten en Leur in deze
periode zal toenemen van ongeveer 5*000 tot 10.000 a 12.000 personen.
Dit alles is dus primair gebaseerd op de prognose, dat het
inwoneraantal van Etten-Leur in de periode 1960-1980 zal toenemen
van ongeveer 14.000 tot 25-500 (minimaal) 31t500 (maximaal).
Beroeps- en studievoorlichting.
Ter bevordering van een goede beroeps- of schoolkeuze wordt door
de gemeente aan de Stichting Noord—Brabant voor school- en beroeps
keuze te Tilburg een subsidie toegekend van 15,per persoon voor
een uitgebreid onderzoek en 10,per leerling voor beknopte
psychologische onderzoeken met het hierboven aangegeven doel. Boven
dien geeft de gemeente én aan de stichting en aan de plaatselijke
afdeling hiervan in de apparaatskosten van elk een subsidie. Ook het
rijk geeft subsidie voor de genoemde onderzoeken. De aan de scnool-
artsendienst verbonden schoolpsycholoog, welke ook in onze gemeente
aan de scholen werkzaam is, geeft primair advies bij leer- en
opvoedingsmoeilijkheden van leerlingen. In de laatste jaren worden
soortgelijke onderzoeken ook wel uitgevoerd door de schoolpsycholoo°-
voor leerlingen van de betrokken scholen. Voor oudere personen geeft
het gewestelijk arbeidsbureau beroepenvoorlichting en maakt beroeos-
keuzeonderzoek mogelijk.