- 42 - Woningen bi.j gemeente in exploitatie en bij Woningvereniging. I. Gerneentewoningen De woningen, die de gemeente in eigendom heeft, kunnen als volgt worden onderscheiden: - 3 dienstwoningen, ondergebracht bij bepaalde projecten van de algemene dienst; - een wisselend aantal woningen, aangekocht en veelal voorbestemd om direct of na enige tijd te worden afgebroken, ondergebracht bij het gemeentelijk grondbedrijf. In verband met uitbreidings- en saneringsplannen worden in 1965 een groot aantal woningen aangekocht, bestemd voor ontruiming en afbraak. Voorzover het slechte woningen betreft, kan hiervoor van het rijk een krotopruimingspremie van 600,— worden aangevraagd. In 1965 werd deze premie voor 1? woningen verkregen, in 1964 voor 15 en in 1963 voor 41. - 1206 woningen en 70 autoboxen, ondergebracht in het gemeentelijk woning bedrijf. (per 1 januari 1965: 1146 woningen en 1 noodwoning). Deze woningen bestaan uit woningen van vóór 1940, uit premiewoningen en uit woningwetwoningen. In het aantal woningen van vóór 1940 (8)kwam in 1965 geen wijziging. Het aantal gemeentelijke premiewoningen bedroeg op 1 januari 196543. In 1965 werden 6 woningen (in 1964: 7) aan de bewoners verkocht, zodat per 1 januari 1966 nog 37 premiewoningen bij de gemeente in exploitatie zijn. Nog één aanvraag tot koop is in behandeling. In totaal zijn nu 28 premiewoningen aan de bewoners verkocht. Het aantal gemeentelijke woningwetwoningen bedroeg op 1 januari 1965 nog 1095, nadat 118 woningwetwoningen uit het bouwjaar 1952 aan de Woningvereniging waren overgedragen. Woningwetwoningen kunnen onder vrij stringente voorwaarden na verkregen toestemming van het rijk worden verkocht aan die bewoners, wier inkomen beneden een bepaalde grens ligt. De verkoopwaarde wordt naar schatting bepaald, terwijl hieraancbehoudens ontheffing;,. een tienjarige bewonings- verplichting verbonden is. De laatste jaren wordt van deze regeling in toenemende mate gebruik ge maak t In 1965 werden op deze basis 16 woningwetwoningen verkocht (in 1964: 9) terwijl nog 25 aanvragen in behandeling zijn. In 1965 kwamen er door nieuwbouw weer 82 woningwetwoningen bij, zodat het aantal gemeentelijke woningwetwoningen per 1 januari 1966 thans 1161 bedraagt. In 1966 zal voor de woningwetwoningenwelke vóór 1964 gereed gekomen zijn, in het algemeen de 2 x 10 huurverhogingen worden doorgevoerd waar tegenover de rijksexploitatiebijdragen voor deze woningen weer dien overeenkomstig verminderd zullen worden. Voor de andere woningen zullen overeenkomstige verhogingen toegepast worden In 1965 werd de laatste gemeentelijke noodwoning ontruimd. II. Woningver eniging Etten en Leur. Deze vereniging, waarvan het bestuur tot dusver overwegend uit gemeen telijke functionarissen bestaat, exploiteerde tot voor kort alleen 42e n vooroorlogse woningwetwoningen, gebouwd in de periode 1920-1930. De ver niging heeft thans een plan voor 59 premiewoningen in aanbouw (met firn8*" ci'êle bijdragen van werkgevers) in het continubouwplan 1963/1965 „hi an" kwamen er in 1965 6 gereed- terwijl een nieuw bouwplan voor 73 premie1 woningen in het continubouwplan 1966/1968 is voorbereid. Teneinde de f ciering van het premiewoningbouwplan 1963/4965 rond te krijgen w»rd- inan~ 4 januari 1965 118 gemeentelijke woningwetwoningen met de hierbiibehSn reserves, aan de Woningvereniging overgedragen. J °rende

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1966 | | pagina 165