-3- Jaarrede, uitgesproken door de burgemeester van Etten-Leurbij de aanbieding van het gemeentelijk jaarverslag 1965 aan de gemeenteraad. Mijne Heren, Boven onze gemeente rijst sinds jaar en dag de aloude gemeentetoren. Letterlijk, maar sinds 1965 ook figuurlijk. Want in dat jaar heeft de gemeenschap Ettenleur deze toren voorzien van een volwaardig carillon. En als des avonds dit oude monument in floodlight wordt gelegd, dan richten zich de schijnwerpers niet alleen op het verléden, maar bovenal op de toekomst, naar wier haven dit symbool van samenwerking welluidend uitnodigt Tot welke resultaten heeft deze samenwerking in 1965 geculmineerd? Ik gebruik hier uitdrukkelijk het woord culmineren, omdat zich in het afgelopen jaar aan de horizon van onze ontwikkeling een aantal hoogte punten heeft afgetekend, die het aanzien van onze gemeente ook in de toekomst zullen blijven markeren! Ik noem als zodanig; de opening van het spoorwegstation, de ingebruikname van het overdekte winkelcentrum Ettenleur, de start van het uitbreidingsplan Baai-Lage Banken, dat tot één grote bebouwde kom voor de gehele gemeente zal leiden, wanneer in 1966 in dit gebied met de uitvoering zal zijn begonnen van een bouwplan van 300 tot 400 woningen. Ik denk aan het centrale sportveldencomplex, eveneens in dit gebied geprojecteerd, waarmede in 1965 een begin is ge maakt evenals met de aanleg van een open zwembad langs de rijksweg met aansluitend daarop een recreatiepark, waarin velerlei accommodaties zijn opgenomen, onder meer voor midget-golf En tussen deze voor onze gemeente historische data heeft zich in f965 ook op vele andere terreinen een ontwikkeling voltrokken als nooit tevoren Mocht ik over 1964 constateren, dat voor een bedrag van 11 miljoen gulden aan bouwvergunningen werd afgegeven -toen reeds meer dan in da twee voorafgaande jaren tesamen- over 1965 werden bouwvergunningen uit gereikt tot een totaal van ruim 17 miljoen. Dit bedrag krijgt gestalte niet alleen in de continubouw -gelijk aan 1964- maar vooral ook in de sector industrie, waaraan voor een bedrag van 8 miljoen gulden aan bouw vergunningen kon worden afgegeven (in 1964 was dit 1,6 miljoen gulden). Inderdaad was 1965 ook uit het oogpunt van industriële bedrijvigheid een topjaar en 1966 biedt in dit opzicht gelijke perspectieven. In het afgelopen jaar nam hef aantal industriële arbeidsplaatsen in Etten-Leur toe met ruim 600, hetgeen meer was dan in enig vorig jaar Hierdoor kwam het totaal op ruim 38OO. Naast vele uitbreidingen kwamen een vijftal nieuwe fabrieken in bedrijf, waardoor de bebouwde fabrieks- oppervlakte met ruim 27.000 m2 toenam. Wanneer de bedrijven, die thans nog in aanbouw zijn of in 1966 in aanbouw kunnen komen, gereed zullen zijn, zal de bebouwde bedrijfsopper- vlakte nogmaals met ongeveer 55.000 ra2 toenemen en het totaal brengen op ruim 230.000 n2. Dat is 3 x zoveel als tot stand kwam in de gehele na oorlogse periode vóór 1 januari 1962, het jaar, waarin Uw zittings periode als gemeenteraad aanving! Als gevolg hiervan is nu reeds voor de eerstkomende jaren een toename van het aantal arbeidsplaatsen verzekerd met ongeveer 1000. Voor wat de woningbouw en in verband hiermede de bevolkingsgroei be treft mag ik vaststellen, dat gedurende 1965 439 woningen in aanbouw waren of werden genomen. Hiervan konden door allerlei stagnerende om standigheden, die U bekend zijn, in 1965 slechts 139 eenheden metterwoon betrokken worden.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1966 | | pagina 125