vervolg agendapunt 18: breidmg dit niet te realiseren ten noorden van de Hoevenseweg maar primair direct ten zuiden van de thans in ontwikkeling zijnde Industrieterreinen III en IV, ten zuiden van de Roosen- daalseweg. Hierdoor komen vele ingediende bezwaren te verval len. Voor het gebied, gelegen ten westen van de ICattestraat, tussen de spoorlijn en de Hoevenseweg, is het niet mogelijk in be langrijke mate aan de ingediende bezwaren tegemoet te komen, omdat voor dit gebied reeds op zeer korte termijn een uitbreidingsplan in onderdelen zal dienen te worden vastgesteld en de nodige gronden in dit plan aangekrcht zullen moeten worden, oit gebied is namelijk bestemd voor industrieterrein met spoor- wegraccordement en dergelijk industrieterrein is ten zuiden van de spoorlijn thans niet meer beschikbaar. In het ontwerp-pian in hoofdzaak zijn naast de reeds vastgestel de uitbreidingsplannen in onderdelen (o.m. Etten-Noord-West en Baai-Lage Banken) als toekomstige woongebieden aangewezen Etten Zuid-West tussen Bisschopsmolenstraat en Grauwe Polder en een uitbreiding van Etten—Zuid—Oost tussen Hoge Neerstraat en Rijs— bergseweg. Voor een aansluitend gebied tussen het plan Baai - Lage Banken en het nieuwe tracé voor de provinciale weg Hoeven- Prinsenbeek ten noorden van Leur, alsmede voor het gebied ten oosten van de ICattestraat, gelden beperkende bepalingen ten aanzien van de bebouwing, omdat deze in de toekomst eveneens als woongebied ware te bestemmen. Gelijksoortige beperkende be palingen worden voorgesteld voor het toekomstig Industrie terrein V met spoorwegraccordementomsloten door spoorlijn, KattestraatHoevenseweg en Hoge Donk. 19. Behandeling van eventueel door de leden -schriftelijk- ingediende voorstellen (zie art. 21 regl, van orde), alsmede behandeling van niet op de agenda vermelde onderwerpen, aan de orde te stellen door de voorzitter, een raadscommissie of een lid van de raad, indien een voorstel door twee andere leden wordt gesteund, (Zie art. 21 en 22 regl. van orde). Zo nodig worden de hierbij te behandelen nagekomen stukken in een afzonderlijke aanvullende agenda opgenomen. 20. Behandeling van eventuele vragen, welke vóór 26 april I965 door raadsleden schriftelijk bij de voorzitter zijn ingediend. De raad is, volgens art. 32 van het reglement van orde, bevoegd om een lid toe stemming te geven tot het stellen van een mondelinge vraag. De beantwoording van eventuele vragen van raadsleden, gesteld in een vorige raadsvergadering, vindt zo mogelijk eveneens bij dit agendapunt plaats. 21. Sluiting.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1965 | | pagina 42