>Io j r ;o< -33- 18. Het voorstel, met gunstig advies van de commissie openbare werken, tot herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaken en tot beschikking op de tegen het ontwerp ingediende bezwaarschriften, wordt hierna door de voorzitter aan de orde gesteld. Spreker merkt op, dat dit punt zeer uit voerig onder de aandacht van de raad is gebracht, terwijl bij de stukken tevens een verslag van de plaats gevonden hebbende discussies was gevoegd. Het aanvankelijke plan is op enkele punten, mede in verband met sugges ties in de commissievergadering gedaan, gewijzigd. Het college hoopt, dat thans tot vaststelling zal worden besloten, omdat dxt plan een richt snoer is, langs welke een constructief en gericht beleid mogelijk zal zjjn. De heer Braat heeft bezwaar tegen de zinsnede van het concept-besluit, dat twee bezwaarschriften niet ontvankelijk zijn verklaard, omdat deze verkeerd geadresseerd zijn, nl. aan het college van burgemeester en wet houders in plaats van aan de raad. Hij wijst erop, dat het college werk zaam is in het belang van de inwoners van Etten en Leur en in dit ver band zou hij het normaal vinden, als de adressan-ten op deze vergissing gewezen was. De voorzitter zegt, dat dit toch formeel juist is en dat er bovendien wel met de aangevoerde bezwaren rekening is gehouden. De heer Braat merkt op, dat hij deze overweging in het concept-besluit om deze reden nog veel erger vindt. De voorzitter zegt, dat een en ander geen invloed heeft op het te nemen besluit of het zou moeten zijn, dat bij gunstige beslissing de beide adressanten geen beroepsrecht hebben. Indien alsnog voldaan zou worden aan de wens van de heer Braat, zou de gehele procedure opnieuw moeten worden ingezet. In het college is overwogen, dat als in het be zwaarschrift een nieuw gezichtspunt naar voren was gekomen, dit ook zeker zou moeten gebeuren. De heer Braat zegt, dat het hem over het formalisme gaat. Wethouder Pijs zegt desgevraagd, dat deze aangelegenheid reeds in de commissievergadering aan de orde is geweest en wijst erop, dat de bezwaar schriften met het besluit moeten worden ingezonden ter goedkeuring en dat zonder deze passage in het besluit gedeputeerde staten zeker bezwaar billen maken tegen de verkeerde adressering van twee bezwaarschriften. D^door dLe bewaarschrift» niet ontvankelijk. De heef Braat zegt, dat de betreffende brieven direct na ontvangst teruggezonden hadden moeten worden met de mededeling, dat de adressering verkeerd is. De voorzitter wijst er nog eens op, dat in feite met de bezwaren reke ning is gehouden, zodat adressan-ten van deze verkeerde adressering be slist niet de dupe worden. Pas achteraf is door het college de verkeerde adressering ontdekt. Toen was de termijn voor het indienen van bezwaar schriften verstreken. De heer Braat zegt, dat hij geen kritiek heeft op het beleid, maar op een bepaalde manier van doen. Dit komt volgens hem ook tot uiting in de toelichting, waarbij vermeld wordt, dat, indien de raad niet overeenkom stig het voorstel beslist, er bepaalde dingen zullen gebeuren. Hij is het met deze redactie niet eens en noemt dit verkapte dreigementen. Hij- merkt op dat als de raadsleden vervelend willen zijn, zij dit buitenge woon goed kunnen. "Dat weet ik», beaamt de voorzitter, die hierop aan sluitend nogmaals opmerkt, dat de raad met dit voorstel niet verrassen derwijs benaderd wordt. Bovendien is aan dit besluit een voorbereidings- besluit voorafgegaan. Spreker wil niet tot de formalisten behoren, maar is van oordeel, dat hij wel hoort in de hoek van degenen, die de wet moe ten toepassen. Bij overname van de suggestie van de heer Braat komen de stukken beslist van gedeputeerde staten terug voor het herstellen van deze fout. Daardoor zou dan weer opnieuw de 2 a 3 maanden durende proce dure moeten worden ingezet. Dit is de enige reden. Als het ging om een beslissing door de gemeente zonder hogere goedkeuring, dan zou hij direct' bereid zijn om de bezwaarschriften alsnog ontvankelijk te verklaren. Hij verzekert dat de huidige behandeling door het college volkomen te goeder trouw is geschied. O li V c .J lr 'iOO v vl J j t:B

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1965 | | pagina 278