-6- Notulen van de besloten zitting van de raad der gemeente Etten en Leur, gehouden op donderdag, 28 januari I965 in het raadhuxs te Etten. Aanwezig: A.J.A. Oderkerk, voorzitter. A.P. Snijders, secretaris. Alle raadsleden, behalve de heer van Steen. W.H.G. Nijs, notulist. Enig agendapunt. De voorzitter opent deze besloten vergadering en stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders tot het uit billijkheidsoverwe gingen naast juridische twijfel, omdat de gemeente in gebreke moest blijven de aangeboden grond tijdig te leveren, aan J.W. Gobbens, thans wonende Markt 20 te Etten, toekennen van een schadeloosstelling, groot J lo.OOO,--, als aanvulling op de onteigeningsvergoeding van diens pand Bisschops molenstraat 17» Spreker deelt mede, dat het betreffende voorstel bij de stukken ter inzage heeft gelegen, maar dat het college met betrekking tot de inhoud daarvan aan de leden voorlopige geheimhouding heeft opgelegd. Ook xs dit voorstel in de vergadering van de commissie van financiën behandeld, waar het de instemming verwierf. Op de vraag van de voorzitter of de leden met dit voorstel accoord gaan, merkt de heer Braatop, dat dit wel het geval is, doch dat dit hem aan leiding geeft om te wijzen op een soortgelijke kwestie, die hij al eens eerder in de raadsvergadering aan de orde heeft gesteld. Ook meent hij, dat benadrukt dient te worden, dat dit een uitzonderingsgeval blijft, omdat er misschien nog wel meer dergelijke situaties zullen komen. Er zullen nog wel meer mensen zijn, die niet zo'n geweldige haast maken met nieuwe plannen. De voorzitter zegt, dat hij in het vlak van de bxllxjkhexd met de heer Braat kan meegaan. Principieel heeft het college in zijn prae-advies aan getoond, dat ook juridisch bezien, naast de morele overwegingen, er redenen zijn om'tot deze schadevergoeding te besluiten. Het voorstel van het college zou als een vorm van dading gezien kunnen worden. In het door de heer Braat bedoelde geval lag dit z.i. iets anders. Overigens wordt door dit besluit de vlotte gang van zaken mede gediend. Immers, indien de heer Gobbens niet af zou zien van het tijdens de ont eigeningsprocedure aangeboden bouwperceel, dan zouden alle belanghebbenden, die aan de noordzijde van de nieuwe rijksweg willen herbouwen, op een nieuwe uitspraak moeten wachten. Tenslotte, zo besluit de voorzitter, houdt de wijze van behandeling in de besloten vergadering in, dat het college dit niet als een precedent wil beschouwen. Daar geen der raadsleden verder nog het woord verlangt, deelt de voor zitter mede, dat het besluit in een openbare vergadering moet worden ge nomen, waarmee hij dus tevens de opgelegde geheimhouding opheft. Hierna sluit de voorzitter deze besloten vergadering en heropent hij de openbare vergadering. Aldus astgesteld op 10 februari I965. De voorzitter, De se/Sré*ta A.P. Snijders. A.J.A. Oderkerk.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1965 | | pagina 251