~6~
slechts gehandeld zou worden in overleg met het provinciaal bestuur
Dit immers staat -zoals mij bekend is- positief achter de handhaving
van onze gemeente als industriekern
Toch zijn hiermede nu ook v/eer niet alle zorgen van onze gemeente
afgenomen. Thans is immers bijzonder belangrijk hoe de mogelijkheden,
die voor een industriekern openstaan, concreet zullen worden toegepast*
Ik denk hier met name aan de ook al voor een goede onderhandelings
positie der gemeente gewenste algemene in plaats van incidentele aan
wijzing van gepremieerd industrieterrein; aan de financiële ruimte,
die aan het provinciaal bestuur gegeven zal worden om infra-structurele
bijdragen voor te dragen, iets wat voor onze gemeente met haar nog
af te werken rioolzuiveringsinstallatie, haar noodzaak van afvoer van
industrieel afvalwater en drgl, werkelijk van hoogst actueel en
groot belang is; aan de ruimte, die aan onze gemeente gegeven zal worden
voor de zogenaamde begeleidingsmaatregelen.
Dat deze zorgen reeel zijn moge ik met een enkel voorbeeld verduide
lijken. Bij het voordragen van het open zwembad, werd een subsidie
mogelijkheid genoemd, van maximaal 75 %- Bit deed natuurlijk niet ver
wachten dat de restrictie "maximaal 75" de facto uitkwam op nog geen
6V2 terwijl de sindsdien opgetreden prijsstijgingen een veelvoud van
het subsidiebedrag omvatten. De critiek, die hieruit beluisterd kan
worden, richt zich natuurlijk niet tot de instanties en instellingen,
die met de hun ter subsidiëring gegeven bedragen moeten trachten de
verdelende rechtvaardigheid toe te passen. Ik wil hiermede slechts aan
duiden, hoe de voortreffelijkste maatregelen van alle reëel nut ontdaan
kunnen worden, indien voor deze maatregelen op de Rijksbegrotingen geen
reële bedragen beschikbaar worden gesteld.
Het jaar 1964 was voor onze gemeente een "goed" jaar! Als ik dit
verklaar, dan spreek ik vanuit een dankbaar hart. Dankbaar voel ik mij
tegenover IJ, heren van de Raad, tegenover de Rijks- en provinciale
overheden en hun adviseurs; tegenover de Kerkelijke gezagsdragers en
de vertegenwoordigers van het particulier initiatief en de Pers en
op de laatste maar zeker niet de minste plaats tegenover de intieme
Kring van mijn bestuurlijke en ambtelijke medewerkers, zonder wier
voortdurende steun zowel in uitvoerende als inspirerende zin het jaar
verslag 1964 niet het gunstige beeld zou hebben vertoond als ik U
hiermede mag overdragen.
"Nu zegt vaarwel aan t oude jaar
"Want rt is in Kristus nieuw!"
Ik dank U.
Etten-Leur, januari 1965.
A.J.A. Oderkerk,
burgemeester.