f JbbI 90 ft &iri 2J13A ioon eQ c v vc ai - moMWiMm mol rtssri 9b nsv nö^Biv sb on 1 n V nse: J- ni - 1 i'SEI alas? i M- oh qo neiL aw e: -xow -aaiooT ^9® .t95t9tqa zubLs ,ibbo. ts nsvaifs aisbnorifsw ns t9Ja99msf i 0 n - -• r :--- «- edv j9i! ;ao: i l®iefedisv nf::> - -44- in juni 1964 hebben zij opnieuw op een spoedige beslissing aangedrongenT De voorzitter vertrouwt, dat de heer van Vleuten zal willen begrijpen, dat burgemeester en wethouders onder deze omstandigheden niet in staat zijn prijzen, data van gereedkomen en andere gegevens te verstrekken, welke hij gevraagd heeft en dat zij om deze redenen ook nog geen gefun deerd overleg met de fa. Oomens hierover kunnen plegen. Voor wat de huidige moeilijkheden met betrekking tot de bevaarbaarheid van de Leurse Haven en de eventuele tijdelijke lossingsmogelijkheden in Zwartenberg betreft, hoopt de voorzitter in de volgende raadsvergadering een nota te kunnen overleggen, waarbij zo mogelijk een tijdelijke oplos sing bij Zaartenberg voor de lossingsmoeilijkheden zal worden gezocht in het Vaam van het thans in voorbereiding zijnde plan tot het bouwrijpmaken van het industriecomplex. Intussen zo deelt spreker mede, is reeds overleg gaande met een aan nemer over het spoedig verwijderen van zand- en grindbanken habij de uit- rondingvan de rioolwaterzuiveringsinstallatie en de betonfabriek, waarbij ook de financiële kwestie door burgemeester en wethouders nader zal worden bekeken. Burgemeester en wethouders willen er echter nu reeds op wijzen, dat reeds eerder ook door de raad op advies van het E.T.I. aanvaard is, dat de gemeentelijke zorgen voor de Leurse Haven niet verder kunnen reiken dan het instandhouden van de Haven voor de functie van boezemwater en dat het economisch niet verantwoord werd geacht de Leurse Haven te doen beantwoorden aan de tegenwoordige eisen van bevaarbaarheid. De heer van Vleuten merkt hierna op, dat zolang het plan Zwartenberg niet gerealiseerd is, de gemeente gehouden is aan de afspraken, die indertijd bij de vestiging van de fa. Oomens m Leur, gemaakt zijn. Dit impliceert duw de zorg voor de bevaarbaarheid van de Haven. De heer Braat sluit zich bij de woorden van de heer van Vleuten aan. Als de gemeente goed vaarwater heeft toegezegd, dat moet deze toezegging ook gestand gedaan worden. De heer A Luijkx suggereert om het waterschap van de Mark en Dmtel te vragen om'het waterpèil iets hoger te houden. Overigens vreest hij dat de uitvoering van de Markwerken dit niet altijd zullen toelaten. Ook de heer Willemse ondersteunt de woorden van de heren van Vleuten en Braat. De aanwezigheid van goed vaarwater is voor een betonfabriek een eerste vereiste. De voorzitter zegt, dat de bijval in de probleemstelling van de heer van Vleuten, voor het college aanleiding zal moeten zijn, om de oplossing op korte termijn na te streven. Dit lag overigens ook wel in de bedoeling. Verder zijn spreker een aantal technische vragen gesteld, waarbij hem de suggestie van de heer Luijkx nog het beste in de oren klinkt. Overigens kan hij momenteel op deze kwestie niet nader ingaan. De heer C. Luijkx merkt op, dat de suggestie van de heer A. Luijkx ook maar een tijdelijke oplossing kan zijn, omdat de waterinzet afhankelijk is van de seizoenen. De voorzitter belooft te zullen doen wat redelijk en eerlijk is# Hierbij* moet dus rekening worden gehouden met de plannen om het industrieterrein van Leur over te plaatsen naar Zwartenberg, welk terrein zinvol is voor meerdere industrieën. In het kader van bepaalde voorzieningen, waarover met name klachten bestaan en die spreker ook voor een groot deel kan volgen, moet naar een oplossing gestreefd worden Naai aanleiding van de opmerking over gedane toezeggingen in het ver leden vraagt de voorzitter of vragenstellers een bepaald stuk kunnen tonen waaruit de door de gemeente gedane toezeggingen kunnen blijken. Spreker heeft iets dergelijks bij de recent gevoerde correspondentie nlniet aanDetheer6^n Vleuten moet hierop ontkennend antwoorden. De heer Verheijen vraagt of, zo er niet meer belanghebbenden zijn voor de Haven in Leur, het niet mogelijk is om met de fa. Oomens contractueel een oplossing te zoeken. Ji 63 :id W a 9S9Ü3 - - -V.J v MS o - 11. D v 9, t 9 3 a Xi39 vl 0 v.'M 9 V t 1 -V' £1 It; 4-rrcv r\r -fr r fr* - «- r r V X v.' .J 1 illtj1 i i Q L. j. of i lCOV.J 3"IV9 1 j f: i •XOBSft'O'J 1 V S ,J f j t t t t io:'r 'ie-r\' x hf CTjaoo 9tdt9V 119 Jbto rrn r, c V j - -to r i - r; c r -V i i j 1

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1964 | | pagina 225