Hoofdstuk X.
-115-
Financien en slotwoord.
In de vorige hoofdstukken werd min of meer uitvoerig melding ge
maakt van hetgeen in het afgelopen jaar kon worden bereikt en van de
plannen, die voor de eerstkomende jaren in voorbereiding zijn genomen
of zullen worden genomen.
Zoals in iedere huishouding, is ook in de gëmeèntehuishoudihg de
vraag of deze plannen gerealiseerd kunnen worden en zo ja, wanneer,voor
een zeer belangrijk deel mede afhankelijk van de financiële omstandig
heden en mogelijkheden op dit terrein.
De financiële gang van zaken van de laatste jaren kan men voor een
belangrijk deel terugvinden in de gemeenterekeningeh over deze jaar-
diensten, terwijl men een redelijk -zij het niet volledig- inzicht
in de financiële mogelijkheden op korte termen kan verkrijgen uit de
ontworpen begroting voor het komende jaar. Daarnaast blijft echter
nog veel onzekerheid hierover bestaan.
Een zeer belangrijk deel van de gemeentelijke inkomsten wordt ver
kregen door uitkeringen uit het gemeentefonds, gevoéd door bepaalde
rijksbelastingen.
Daarnaast worden rijksuitkeringen in bepaalde gemeentelijke uitgaven
ontvangen, terwijl een belangrijk deel uit gemeentelijke belastingen
wordt verkregen, welke in het hiernavolgende onderdeel "belastingen"
nader wórden toegelicht.
Tenslotte bestaat voor bepaalde objecten de mogelijkheid, maar
allerminst de zekerheid, subsidie te verkrijgen van andere overheids
instanties, rijk of provinciein verband met de betekenis van een
bepaald werk als aanvullende werkgelegenheid, ten behoeve Van sociaal-
culturele activiteiten of ter verbetering van de infra-structuur
in daartoe aangewezen gemeenten of streken.
Wat nu de financiële situatie van de gemeente Etten en Leur betreft,
kan worden medegedeeld, dat in het afgelopen jaar de gemeentërekening
over de dienst 1961 werd vastgesteld met een netto batig saldo van
ruim 23.000,--. Een dergelijk batig saldo in een rekening, waarvoor
een- sluitende begroting is opgesteld, ontstaat in het algemeen steeds
als gevolg van het feit, dat in de begroting van deze dienst dekking
voor de financiële lasten van nieuwe kapitaalsuitgaven moet worden ge
raamd, maar dat goedkeuring en uitvoering hiervan vaak eerst plaats
vinden na het verstrijken van dat dienstjaar; de financiële jaarlijkse
last, die hieruit voortvloeit, wordt dart voor het eerst ten laste van
de volgende rekening gébracht.
De dienst 1962 geeft een voorlopig nadelig saldo te zien van ongeveer
f 95.000,--. Dit nadelig saldo is echter in hoofdzaak ontstaan door
niét bekende of niet afgerekende uitkeringen uit het gemeentefonds. Ver
wacht wordt, dat na de definitieve afwikkeling van de uitkeringen uit
het gemeentefonds over deze dienst, het nadelig saldo 1962 gedekt kan
worden.
Voor de dienst 1963 werd na correctie in het jaar 1963 alsnog een
sluitende begroting door gedeputeerde staten goedgekeurd.
In december 1963 kon in ontwerp een sluitende begroting voor het
jaar 1-9,64 aap de raad worden aangeboden, waarbij naast een normale
raming, voor onvoorziene uitgaven nog ongeveer 40.00Q,-- voor dekking
Van jaarlijkse lasten van nieuwe kapitaalsobjecten als reserve beschik
baar is.; j-
In deze begroting 1964 zijn reeds de financiële lasten van verschil
lende belangrijke kapitaalsobjecten verwerkt, waarvan de uitvoering op
1 januari 1964 nog niet geheel was voltooid of waaraan nog moet worden
begonnen.